Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
JONAH
1 2 3 4
Prev Up Next
Chapter 2
Jona DutSVVA 2:1  En Jona bad tot den Heere, zijn God, uit het ingewand van den vis.
Jona DutSVVA 2:2  En hij zeide: Ik riep uit mijn benauwdheid tot den Heere, en Hij antwoordde mij; uit den buik des grafs schreide ik, en Gij hoordet mijn stem.
Jona DutSVVA 2:3  Want Gij hadt mij geworpen in de diepte, in het hart der zeeën, en de stroom omving mij; al Uw baren en Uw golven gingen over mij henen.
Jona DutSVVA 2:4  En ik zeide: Ik ben uitgestoten van voor Uw ogen; nochtans zal ik den tempel Uwer heiligheid weder aanschouwen.
Jona DutSVVA 2:5  De wateren hadden mij omgeven tot de ziel toe, de afgrond omving mij; het wier was aan mijn hoofd gebonden.
Jona DutSVVA 2:6  Ik was nedergedaald tot de gronden der bergen; de grendelen der aarde waren om mij henen in eeuwigheid; maar Gij hebt mijn leven uit het verderf opgevoerd, o Heere, mijn God!
Jona DutSVVA 2:7  Als mijn ziel in mij overstelpt was, dacht ik aan den Heere, en mijn gebed kwam tot U, in den tempel Uwer heiligheid.
Jona DutSVVA 2:8  Die de valse ijdelheden onderhouden, verlaten hunlieder weldadigheid.
Jona DutSVVA 2:9  Maar ik zal U offeren met de stem der dankzegging; wat ik beloofd heb, zal ik betalen. Het heil is des Heeren.
Jona DutSVVA 2:10  De Heere nu sprak tot den vis; en hij spuwde Jona uit op het droge.