PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 13
Psal | DutSVVA | 13:1 | Een psalm van David, voor den opperzangmeester. [013:2] Hoe lang, Heere, zult Gij mij steeds vergeten? Hoe lang zult Gij Uw aangezicht voor mij verbergen? | |
Psal | DutSVVA | 13:2 | [013:3] Hoe lang zal ik raadslagen voornemen in mijn ziel, droefenis in mijn hart bij dag? Hoe lang zal mijn vijand over mij verhoogd zijn? | |
Psal | DutSVVA | 13:3 | [013:4] Aanschouw, verhoor mij, Heere, mijn God; verlicht mijn ogen, opdat ik in den dood niet ontslape; | |
Psal | DutSVVA | 13:4 | [013:5] Opdat niet mijn vijand zegge: Ik heb hem overmocht; mijn tegenpartijders zich verheugen, wanneer ik zou wankelen. | |
Psal | DutSVVA | 13:5 | [013:6] Maar ik vertrouw op Uw goedertierenheid; mijn hart zal zich verheugen in Uw heil; | |