PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 146
Psal | DutSVVA | 146:2 | Ik zal den Heere prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben. | |
Psal | DutSVVA | 146:4 | Zijn geest gaat uit, hij keert wederom tot zijn aarde; te dienzelfden dage vergaan zijn aanslagen. | |
Psal | DutSVVA | 146:5 | Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den Heere, zijn God is; | |
Psal | DutSVVA | 146:6 | Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid. | |
Psal | DutSVVA | 146:7 | Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de Heere maakt de gevangenen los. | |
Psal | DutSVVA | 146:8 | De Heere opent de ogen der blinden; de Heere richt de gebogenen op; de Heere heeft de rechtvaardigen lief. | |
Psal | DutSVVA | 146:9 | De Heere bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg keert Hij om. | |