PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 60
Psal | DutSVVA | 60:1 | Een gouden kleinood van David tot lering, voor den opperzangmeester, op Schusan E'duth; [060:2] Als hij gevochten had met de Syriërs van Mesopotamië, en met de Syriërs van Zoba; en Joab wederkwam, en de Edomieten sloeg in het Zoutdal, twaalf duizend. [060:3] O God! Gij hadt ons verstoten, Gij hadt ons gescheurd, Gij zijt toornig geweest; keer weder tot ons. | |
Psal | DutSVVA | 60:2 | [060:4] Gij hebt het land geschud, Gij hebt het gespleten; genees zijn breuken, want het wankelt. | |
Psal | DutSVVA | 60:3 | [060:5] Gij hebt Uw volk een harde zaak doen zien; Gij hebt ons gedrenkt met zwijmelwijn. | |
Psal | DutSVVA | 60:4 | [060:6] Maar nu hebt Gij dengenen, die U vrezen, een banier gegeven, om die op te werpen, vanwege de waarheid. Sela. | |
Psal | DutSVVA | 60:5 | [060:7] Opdat Uw beminden zouden bevrijd worden; geef heil door Uw rechterhand, en verhoor ons. | |
Psal | DutSVVA | 60:6 | [060:8] God heeft gesproken in Zijn heiligdom; dies zal ik van vreugde opspringen; ik zal Sichem delen, en het dal van Sukkoth zal ik afmeten. | |
Psal | DutSVVA | 60:7 | [060:9] Gilead is mijn, en Manasse is mijn, en Efraïm is de sterkte mijns hoofds; Juda is mijn wetgever. | |
Psal | DutSVVA | 60:8 | [060:10] Moab is mijn waspot; op Edom zal ik mijn schoen werpen! juich over mij, o gij Palestina! | |
Psal | DutSVVA | 60:10 | [060:12] Zult Gij het niet zijn, o God! Die ons verstoten hadt, en niet uittoogt, o God! met onze heirkrachten? | |