Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
HOSEA
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Prev Up Next
Chapter 5
Hose NlCanisi 5:1  Luistert nu, priesters; Huis van Israël, let op; Huis des konings, hoort toe: Want u geldt het vonnis! Want gij zijt een strik voor Mispa geworden, Een net over de Tabor gespannen,
Hose NlCanisi 5:2  Een diepe groeve voor Sjittim: Maar Ik zal u allen een gesel zijn!
Hose NlCanisi 5:3  Efraïm ligt voor Mij open, En Israël kan zich voor Mij niet verbergen: Gij, Efraïm, hebt ontucht bedreven, En Israël heeft zich bezoedeld.
Hose NlCanisi 5:4  Hun daden zijn er niet op gericht, Om zich tot hun God te bekeren; Want een geest van ontucht heerst in hun midden, En Jahweh kennen ze niet!
Hose NlCanisi 5:5  De onbeschaamdheid Ligt Israël op het gelaat; Efraïm komt door zijn eigen misdaad ten val, Ook Juda struikelt met hem.
Hose NlCanisi 5:6  Met hun schapen en vee Willen ze Jahweh gaan zoeken; Maar ze vinden Hem niet: Hij onttrekt zich aan hen.
Hose NlCanisi 5:7  Want ze hebben hun trouw aan Jahweh gebroken, En bastaardkinderen verwekt; Nu zal de verdelger ze verslinden, Henzelf en hun akkers.
Hose NlCanisi 5:8  Blaast de bazuin in Giba, De trompet in Rama; Schreeuwt het uit in Bet-Awen, Schrikt Benjamin op!
Hose NlCanisi 5:9  Efraïm zal een wildernis worden, Op de dag der kastijding; De stammen Israëls kondig Ik aan Wat vast is besloten.
Hose NlCanisi 5:10  De vorsten van Juda zijn grenzenvervalsers; Als water stort Ik mijn gramschap over hen uit.
Hose NlCanisi 5:11  Efraïm verdrukt en verkracht het recht, Want hunkerend loopt hij het bederf achterna!
Hose NlCanisi 5:12  Voor Efraïm zal Ik zijn als de mot, Voor het huis van Juda als wormsteek!
Hose NlCanisi 5:13  Efraïm zal zijn broosheid bemerken, Juda zijn etterende wonde. Efraïm zal zich tot Assjoer wenden, Juda gezanten zenden naar "Grote Koning"; Maar die zal u niet kunnen genezen, Uw wonde niet helen.
Hose NlCanisi 5:14  Want Ik zal voor Efraïm zijn als de leeuw, Als een leeuwenwelp voor het huis van Juda. Ik zal ze verscheuren, dan loop Ik heen; Ik sleep ze weg, en niemand, die Mij mijn prooi ontrukt. Dan keer Ik terug naar mijn plaats,
Hose NlCanisi 5:15  Totdat ze boete doen, mijn aangezicht zoeken, En hunkeren naar Mij in hun nood: