Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
MICAH
1 2 3 4 5 6 7
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 5
Mica DutSVVA 5:1  [04:14] Nu, rot u met benden, gij dochter der bende, hij zal een belegering tegen ons stellen; zij zullen den rechter Israëls met de roede op het kinnebakken slaan.
Mica DutSVVA 5:2  [05:1] En gij, Bethlehem Efratha! zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen, Die een Heerser zal zijn in Israël, en Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid.
Mica DutSVVA 5:3  [05:2] Daarom zal Hij henlieden overgeven, tot den tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard hebbe; dan zullen de overigen Zijner broederen zich bekeren met de kinderen Israëls.
Mica DutSVVA 5:4  [05:3] En Hij zal staan, en zal weiden in de kracht des Heeren, in de hoogheid van den Naam des Heeren, Zijns Gods, en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde.
Mica DutSVVA 5:5  [05:4] En Deze zal Vrede zijn; wanneer Assur in ons land zal komen, en wanneer hij in onze paleizen zal treden, zo zullen wij tegen hem stellen zeven herders, en acht vorsten uit de mensen.
Mica DutSVVA 5:6  [05:5] Die zullen het land van Assur afweiden met het zwaard, en het land van Nimrod in deszelfs ingangen. Alzo zal Hij ons redden van Assur, wanneer dezelve in ons land zal komen, en wanneer hij in onze landpale zal treden.
Mica DutSVVA 5:7  [05:6] En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken, als een dauw van den Heere, als droppelen op het kruid, dat naar geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt.
Mica DutSVVA 5:8  [05:7] Ja, het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken, als een leeuw onder de beesten des wouds, als een jonge leeuw onder de schaapskudden; dewelke, wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redde.
Mica DutSVVA 5:9  [05:8] Uw hand zal verhoogd zijn boven uw wederpartijders, en al uw vijanden zullen uitgeroeid worden.
Mica DutSVVA 5:10  [05:9] En het zal te dien dage geschieden, spreekt de Heere, dat Ik uw paarden uit het midden van u zal uitroeien, en Ik zal uw wagenen verdoen.
Mica DutSVVA 5:11  [05:10] En Ik zal de steden uws lands uitroeien, en Ik zal al uw vestingen afbreken.
Mica DutSVVA 5:12  [05:11] En Ik zal de toverijen uit uw hand uitroeien, en gij zult geen guichelaars hebben.
Mica DutSVVA 5:13  [05:12] En Ik zal uw gesneden beelden en uw opgerichte beelden uit het midden van u uitroeien, dat gij u niet meer zult nederbuigen voor het werk uwer handen.
Mica DutSVVA 5:14  [05:13] Voorts zal Ik uw bossen uit het midden van u uitroeien, en Ik zal uw steden verdelgen.
Mica DutSVVA 5:15  [05:14] En Ik zal in toorn en in grimmigheid wrake doen aan de heidenen, die niet horen.