Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
I THESSALONIANS
1 2 3 4 5
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 4
I Th DutSVVA 4:1  Voorts dan, broeders, wij bidden en vermanen u in den Heere Jezus, gelijk gij van ons ontvangen hebt, hoe gij moet wandelen en Gode behagen, dat gij daarin meer overvloedig wordt.
I Th DutSVVA 4:2  Want gij weet, wat bevelen wij u gegeven hebben door den Heere Jezus.
I Th DutSVVA 4:3  Want dit is de wil van God, uw heiligmaking: dat gij u onthoudt van de hoererij;
I Th DutSVVA 4:4  Dat een iegelijk van u wete zijn vat te bezitten in heiligmaking en eer;
I Th DutSVVA 4:5  Niet in kwade beweging der begeerlijkheid, gelijk als de heidenen, die God niet kennen.
I Th DutSVVA 4:6  Dat niemand zijn broeder vertrede, noch bedriege in zijn handeling; want de Heere is een wreker over dit alles, gelijk wij u ook te voren gezegd en betuigd hebben.
I Th DutSVVA 4:7  Want God heeft ons niet geroepen tot onreinigheid, maar tot heiligmaking.
I Th DutSVVA 4:8  Zo dan die dit verwerpt, die verwerpt geen mens, maar God, Die ook Zijn Heiligen Geest in ons heeft gegeven.
I Th DutSVVA 4:9  Van de broederlijke liefde nu hebt gij niet van node, dat ik u schrijve; want gij zelven zijt van God geleerd om elkander lief te hebben.
I Th DutSVVA 4:10  Want gij doet ook hetzelfde aan al de broederen, die in geheel Macedonië zijn. Maar wij vermanen u, broeders, dat gij meer overvloedig wordt;
I Th DutSVVA 4:11  En dat gij u benaarstigt stil te zijn, en uw eigen dingen te doen, en te werken met uw eigen handen, gelijk wij u bevolen hebben;
I Th DutSVVA 4:12  Opdat gij eerlijk wandelt bij degenen, die buiten zijn, en geen ding van node hebt.
I Th DutSVVA 4:13  Doch, broeders, ik wil niet, dat gij onwetende zijt van degenen, die ontslapen zijn, opdat gij niet bedroefd zijt, gelijk als de anderen, die geen hoop hebben.
I Th DutSVVA 4:14  Want indien wij geloven, dat Jezus gestorven is en opgestaan, alzo zal ook God degenen, die ontslapen zijn in Jezus, weder brengen met Hem.
I Th DutSVVA 4:15  Want dat zeggen wij u door het Woord des Heeren, dat wij, die levend overblijven zullen tot de toekomst des Heeren, niet zullen voorkomen degenen, die ontslapen zijn.
I Th DutSVVA 4:16  Want de Heere Zelf zal met een geroep, met de stem des archangels, en met de bazuin Gods nederdalen van den hemel; en die in Christus gestorven zijn, zullen eerst opstaan;
I Th DutSVVA 4:17  Daarna wij, die levend overgebleven zijn, zullen te zamen met hen opgenomen worden in de wolken, den Heere tegemoet, in de lucht; en alzo zullen wij altijd met den Heere wezen.