Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
WISDOM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 1
Wisd DutSVVA 1:1  Hebt de gerechtigheid lief, gij, die de aarde richt; hebt van de Here een goed gevoelen en zoekt hem in eenvoudigheid des harten.
Wisd DutSVVA 1:2  Want hij wordt gevonden door degenen die hem niet verzoeken, en verschijnt die, die hem niet wantrouwen.
Wisd DutSVVA 1:3  Want verkeerde gedachten scheiden van God, en zijn kracht beproefd zijnde overtuigt de zotten.
Wisd DutSVVA 1:4  Want wijsheid zal niet komen in een ziel, die met kwade ranken omgaat, en zal niet wonen in een lichaam aan zonden verplicht.
Wisd DutSVVA 1:5  Want de Heilige Geest der onderwijzing vliedt de bedriegerij, wijkt af van de gedachten der onverstandigen en bestraft hen, als de ongerechtigheid daarbij komt.
Wisd DutSVVA 1:6  Want de wijsheid is een menslievende geest, doch zal niet onschuldig houden degene, die met zijn lippen lastert, want God is een getuige zijner nieren, en een waarachtig opmerker zijns harten en een aanhoorder zijner tong.
Wisd DutSVVA 1:7  Want de Geest des Heren vervult de aarde, en hetgeen alles tezamen houdt heeft kennis der stem.
Wisd DutSVVA 1:8  Daarom zal niemand voor hem kunnen schuilen die spreekt wat onrecht is, en de straffende wraak zal hem niet voorbijgaan.
Wisd DutSVVA 1:9  Want over de raadslagen der goddelozen zal onderzoek geschieden, en het geluid zijner woorden zal voor de Here komen, tot bestraffing zijner misdaden.
Wisd DutSVVA 1:10  Overmits zijn ijverig oor al de dingen hoort, en het knorren des murmurerens hem niet verborgen is.
Wisd DutSVVA 1:11  Wacht ulieden dan voor de onnutte murmurering en onthoudt uw tong van achterklappen, want de verborgen rede zal niet ledig heengaan, en de mond die liegt, brengt de ziel om.
Wisd DutSVVA 1:12  Staat niet naar de dood door dwaling uws levens, en trekt het verderf niet over u door werken uwer handen.
Wisd DutSVVA 1:13  Want God heeft de dood niet gemaakt, en heeft geen vermaak aan het verderf der levenden.
Wisd DutSVVA 1:14  Want hij heeft alle dingen geschapen om te zijn, en de beginselen der wereld zijn heilzaam, en in deze is geen venijn des verderfs, en het rijk der hel is niet op aarde.
Wisd DutSVVA 1:16  Maar de goddelozen hebben dat met handen en met woorden tot zich geroepen, het houdende voor een vriend, zijn zij versmolten en hebben een verbond daarmee opgericht; want zij zijn waardig, dat zij het tot een deel hebben.