Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
WISDOM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 4
Wisd DutSVVA 4:1  Beter is het onder kinderen te zijn, en deugd te hebben, want onsterfelijkheid is in de gedachtenis derzelve, dewijl zij beide bij God en bij de mensen gekend wordt.
Wisd DutSVVA 4:2  Als zij tegenwoordig is, zo volgt men haar na, en gaat zij weg, zo verlangt men naar haar, en in de toekomende eeuw draagt zij een kroon, en triomfeert, nadat zij de strijd der prijzen, die onbevlekt zijn, gewonnen heeft.
Wisd DutSVVA 4:3  Maar de vruchtbare menigte der goddelozen zal geen voordeel doen, en wat uit onechte scheuten voortkomt, zal niet diep inwortelen, noch vaste grond zetten.
Wisd DutSVVA 4:4  Want hoewel zij in de takken voor een tijd weder uitspruiten, nochtans dewijl zij zeer loffelijk voortkomen, zullen zij van de wind bewogen, en van de kracht der winden uitgeworteld worden.
Wisd DutSVVA 4:5  De ontijdige takjes zullen rondom gebroken worden, en hun vrucht is onnut, onrijp tot spijs, en tot niets geschikt.
Wisd DutSVVA 4:6  Want kinderen uit onwettige bijslaap geboren, zijn getuigen der boosheid tegen hun ouders, wanneer men hen ondervraagt.
Wisd DutSVVA 4:7  Maar de rechtvaardige, indien hij vroeg komt te sterven, zal in de rust zijn.
Wisd DutSVVA 4:8  Want ouderdom is eerbaar, niet die van veel tijds is, noch die met een getal van jaren gemeten wordt.
Wisd DutSVVA 4:9  Maar wijsheid is de mensen dat rechte grijze haar; en een onbevlekt leven is de rechte ouderdom.
Wisd DutSVVA 4:10  Die God behaagd heeft, is door Hem bemind; en levende onder de zondaren werd hij weggenomen.
Wisd DutSVVA 4:11  Hij werd weggerukt, opdat de boosheid zijn verstand niet zou veranderen, of list zijn ziel bedriegen.
Wisd DutSVVA 4:12  Want de betovering der boosheid verdonkert het goede; en omdrijving van de lust keert een gemoed om, dat zonder kwaad is.
Wisd DutSVVA 4:13  In weinig tijds volmaakt geworden zijnde, heeft hij lange tijden vervuld.
Wisd DutSVVA 4:14  Want zijn ziel was de Here aangenaam, daarom heeft hij gehaast hem uit het midden der boosheid weg te nemen.
Wisd DutSVVA 4:15  Doch de volken zien het, en bedenken het niet, en nemen niet in overlegging, dat genade en barmhartigheid is in zijn heiligen, en opzicht over zijn uitverkorenen.
Wisd DutSVVA 4:16  De rechtvaardige die gestorven is, veroordeelt de goddelozen die leven; en de jeugd die schielijk voleindigd is, de veeljarige ouderdom des onrechtvaardigen.
Wisd DutSVVA 4:17  Want wij zullen zien het einde van de wijze, en niet bedenken wat zij over hem beraadslaagd hebben, en waartoe hem de Here verzekerd heeft.
Wisd DutSVVA 4:18  Zij zullen het zien en niets achten, maar de Here zal hen uitlachen.
Wisd DutSVVA 4:19  En zullen hierna tot een schandelijke val zijn, en tot versmaadheid onder de doden in eeuwigheid, want hij zal hen stemmeloos en voorwaarts overhangende scheuren; en hen uit de grond bewegen, en zij zullen tot het uiterste toe verwoest worden; en zullen in angst zijn en hun gedachtenis zal vergaan.
Wisd DutSVVA 4:20  Zij zullen in overlegging hunner zonden komen, bevreesd zijnde; en hun onrechtvaardige daden zullen tegen hen staan, en hen overtuigen.