JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 26
Job | DutSVV | 26:2 | Hoe hebt gij geholpen dien, die zonder kracht is, en behouden den arm, die zonder sterkte is? | |
Job | DutSVV | 26:3 | Hoe hebt gij hem geraden, die geen wijsheid heeft, en de zaak, alzo zij is, ten volle bekend gemaakt? | |
Job | DutSVV | 26:10 | Hij heeft een gezet perk over het vlakke der wateren rondom afgetekend, tot aan de voleinding toe des lichts met de duisternis. | |
Job | DutSVV | 26:12 | Door Zijn kracht klieft Hij de zee, en door Zijn verstand verslaat Hij haar verheffing. | |
Job | DutSVV | 26:13 | Door Zijn Geest heeft Hij de hemelen versierd; Zijn hand heeft de langwemelende slang geschapen. | |