JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 40
Job | DutSVV | 40:2 | Is het twisten met den Almachtige onderrichten? Wie God bestraft, die antwoorde daarop. | |
Job | DutSVV | 40:5 | Eenmaal heb ik gesproken, maar zal niet antwoorden; of tweemaal, maar zal niet voortvaren. | |
Job | DutSVV | 40:8 | Zult gij ook Mijn oordeel te niet maken? Zult Gij Mij verdoemen, opdat gij rechtvaardig zijt? | |
Job | DutSVV | 40:10 | Versier u nu met voortreffelijkheid en hoogheid, en bekleed u met majesteit en heerlijkheid! | |
Job | DutSVV | 40:11 | Strooi de verbolgenheden uws toorns uit, en zie allen hoogmoedige, en verneder hem! | |
Job | DutSVV | 40:12 | Zie allen hoogmoedige, en breng hem ten onder; en verpletter de goddelozen in hun plaats! | |
Job | DutSVV | 40:17 | Als het hem lust, zijn staart is als een ceder; de zenuwen zijner schaamte zijn doorvlochten. | |
Job | DutSVV | 40:19 | Hij is een hoofdstuk der wegen Gods; die hem gemaakt heeft, heeft hem zijn zwaard aangehecht. | |
Job | DutSVV | 40:20 | Omdat de bergen hem voeder voortbrengen, daarom spelen al de dieren des velds aldaar. | |
Job | DutSVV | 40:21 | Onder schaduwachtige bomen ligt hij neder, in een schuilplaats des riets en des slijks. | |
Job | DutSVV | 40:22 | De schaduwachtige bomen bedekken hem, elkeen met zijn schaduw; de beekwilgen omringen hem. | |
Job | DutSVV | 40:23 | Zie, hij doet de rivier geweld aan, en verhaast zich niet; hij vertrouwt, dat hij de Jordaan in zijn mond zou kunnen intrekken. | |