Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
JUDGES
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Prev Up Next
Chapter 10
Judg NlCanisi 10:1  Na Abimélek stond Tola op, de zoon van Poea, den zoon van Dodo, een man uit Issakar, om Israël te redden. Hij verbleef te Sjamir in het bergland van Efraïm,
Judg NlCanisi 10:2  en was drie en twintig jaar lang rechter over Israël. Toen stierf hij, en werd te Sjamir begraven.
Judg NlCanisi 10:3  Na hem stond Jaïr uit Gilad op, die twee en twintig jaar rechter over Israël was.
Judg NlCanisi 10:4  Hij had dertig zonen, die op dertig jonge ezels reden en dertig steden bezaten, die men nu nog Jaïr-kampementen noemt, en in het land van Gilad liggen.
Judg NlCanisi 10:6  Weer deden de Israëlieten kwaad in de ogen van Jahweh: ze dienden de Báals en Asjtarten, de goden van Aram, Sidon en Moab, de goden der Ammonieten en Filistijnen, maar verzaakten Jahweh, en dienden Hem niet.
Judg NlCanisi 10:7  Daarom ontbrandde Jahweh’s toorn tegen Israël, en leverde Hij hen over in de handen der Filistijnen en Ammonieten.
Judg NlCanisi 10:8  Achttien jaar lang benauwden en verdrukten zij de Israëlieten, al die Israëlieten namelijk, die aan de overzijde van de Jordaan woonden, in het land der Amorieten, dat in Gilad ligt.
Judg NlCanisi 10:9  Zelfs trokken de Ammonieten de Jordaan over, om ook Juda, Benjamin en het huis van Efraïm te bestrijden, zodat Israël in grote nood verkeerde.
Judg NlCanisi 10:10  Nu begonnen de Israëlieten tot Jahweh te roepen: We hebben gezondigd tegen U; onzen God hebben we verlaten, en de Báals gediend.
Judg NlCanisi 10:11  Maar Jahweh sprak tot de Israëlieten: Heb Ik u niet uit Egypte bevrijd, uit de handen der Amorieten, Ammonieten, Filistijnen,
Judg NlCanisi 10:12  Sidoniërs, Amalekieten en Midjanieten, toen zij u verdrukten, en gij tot Mij riept?
Judg NlCanisi 10:13  En toch hebt ge Mij verlaten, en vreemde goden gediend; daarom zal Ik u nu niet meer redden.
Judg NlCanisi 10:14  Gaat de goden maar aanroepen, die ge u gekozen hebt; laat diè u maar redden, als gij verdrukt wordt.
Judg NlCanisi 10:15  Doch de Israëlieten zeiden tot Jahweh: We hebben gezondigd; doe met ons als U goeddunkt, zo Gij ons thans maar verlost.
Judg NlCanisi 10:16  En ze deden de vreemde goden uit hun midden weg en dienden Jahweh, die nu niet langer Israëls ellende verdragen kon.
Judg NlCanisi 10:17  Eens toen de Ammonieten zich hadden verenigd en hun kamp opsloegen in Gilad, terwijl ook de Israëlieten zich verenigden en te Mispa legerden,
Judg NlCanisi 10:18  zei het volk onder elkander: Wie is de man, die met de Ammonieten de strijd zal aanbinden? Hij zal aan het hoofd van alle inwoners van Gilad komen staan.