Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
ECCLESIASTES
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
Prev Up Next
Chapter 10
Eccl NlCanisi 10:1  Dode vliegen verpesten welriekende balsem; Zo verliest de edelste wijsheid door een weinig dwaasheid haar roem.
Eccl NlCanisi 10:2  Het hart van den wijze zit rechts, Het hart van den dwaze zit links.
Eccl NlCanisi 10:3  Welke weg de dwaas ook gaat, zijn verstand schiet te kort; Maar van iedereen zegt hij: Wat een dwaas!
Eccl NlCanisi 10:4  Als de toorn van een vorst u bedreigt, Loop dan niet weg van uw post; Want kalmte brengt grote opwinding tot bedaren.
Eccl NlCanisi 10:5  Nog een ander kwaad zag ik onder de zon: Vergissingen door vorsten begaan.
Eccl NlCanisi 10:6  De dwaas wordt op hoge posten geplaatst, En vele aanzienlijken blijven ten achter;
Eccl NlCanisi 10:7  Dienstknechten zag ik te paard, En prinsen gingen als slaven te voet.
Eccl NlCanisi 10:8  Wie een kuil graaft, valt er zelf in; Wie een muur doorbreekt, wordt door een slang gebeten.
Eccl NlCanisi 10:9  Wie stenen draagt, bezeert zich er aan; Wie hout klooft, loopt gevaar, zich te wonden.
Eccl NlCanisi 10:10  Is het ijzer stomp geworden, En slijpt men de snede niet, Dan moet men zijn krachten verdubbelen; Zo biedt de wijsheid een voordeel.
Eccl NlCanisi 10:11  En als de slang bijt, omdat ze niet wordt bezworen, Heeft de slangenbezweerder geen nut van zijn kunde.
Eccl NlCanisi 10:12  Aangenaam zijn woorden uit de mond van een wijze; Maar de lippen van een dwaas brengen hem verderf.
Eccl NlCanisi 10:13  Reeds het begin van zijn woorden is dwaasheid, En het einde ervan barre onzin;
Eccl NlCanisi 10:14  Want de dwaas verspilt vele woorden. Niemand weet, wat de toekomst brengt; Want wie kan hem zeggen, wat er later komt?
Eccl NlCanisi 10:15  De domme slooft zich af bij zijn werk, Omdat hij niet eens de weg naar de stad kent.
Eccl NlCanisi 10:16  Wee u, land, als uw koning een kind is, En uw prinsen in de morgenstond slempen.
Eccl NlCanisi 10:17  Heil u, land, als uw koning een edelman is, En uw prinsen op tijd maaltijd houden, Stevig, maar zonder zich te bedrinken.
Eccl NlCanisi 10:18  Bij luiheid verzakken de balken, En het huis wordt lek door traagheid van handen.
Eccl NlCanisi 10:19  Om te genieten legt men maaltijden aan, En wijn vervrolijkt het leven; Voor geld is alles te krijgen.
Eccl NlCanisi 10:20  Vloek den koning zelfs niet op uw sponde, En scheld zelfs in uw slaapvertrek niet op den rijke; Want de vogels in de lucht kraaien het rond, En de fladderaars brengen het uit.