Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
ESTHER
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 14
Esth NlCanisi 14:1  Ook koningin Ester nam in haar dodelijke angst haar toevlucht tot den Heer.
Esth NlCanisi 14:2  Ze legde haar prachtige gewaden af, trok een rouw- en boetekleed aan en strooide haar hoofd, dat anders met kostbare balsem gezalfd was, vol as en stof; ze kastijdde haar lichaam, en bedekte haar schoon en vreugdig gelaat geheel met haar loshangend haar.
Esth NlCanisi 14:3  En ze bad tot den Heer, Israëls God: Heer, Gij alleen zijt onze Koning! Help mij, want ik ben verlaten, en heb geen anderen helper dan U,
Esth NlCanisi 14:5  Van kindsbeen af heb ik gehoord bij mijn vaderlijke stam, dat Gij Israël uit alle volkeren hebt uitverkoren, o Heer, en onder al hun voorvaderen onze stamouders tot een eeuwig erfdeel hebt aangenomen, en dat Gij uw beloften jegens hen hebt gehouden.
Esth NlCanisi 14:6  Maar nu hebt Gij ons aan onze vijanden overgeleverd, omdat wij tegen U hebben gezondigd,
Esth NlCanisi 14:7  en hun goden hebben vereerd. Gij zijt rechtvaardig, o Heer!
Esth NlCanisi 14:8  Doch nu zijn ze niet tevreden met onze bittere slavernij, maar hebben ze zich tegenover hun goden door handslag verplicht,
Esth NlCanisi 14:9  om uw belofte te verijdelen en uw erfdeel uit te roeien, om de mond te stoppen van hen, die U loven, en de glorie van uw tempel en uw altaar te doen verbleken,
Esth NlCanisi 14:10  om de mond der heidenen te openen voor de verheerlijking van waangoden, en een vleselijken koning als onsterfelijk te vereren.
Esth NlCanisi 14:11  Heer, sta uw schepter niet af aan wezens die niet bestaan, en laat niet toe, dat men zich vrolijk maakt over onze ondergang. Maak, dat hun plan zich tegen henzelf keert, en stel hem aan de kaak, die tegen ons is begonnen!
Esth NlCanisi 14:12  Wees ons indachtig, o Heer, en openbaar U in de tijd van onze verdrukking. Koning der goden, heerser over alle macht, geef mij moed;
Esth NlCanisi 14:13  leg mij passende woorden in de mond bij den leeuw, en leg hem haat in het hart tegen onzen bestrijder, opdat hij omkome met zijn trawanten.
Esth NlCanisi 14:14  Red ons door uw hand, en help mij, o Heer; want ik ben alleen, en heb niemand dan U.
Esth NlCanisi 14:15  Het is U, die alles weet, bekend, dat ik de glorie der goddelozen steeds haatte, en dat ik de sponde der onbesnedenen en van alle vreemden verafschuw.
Esth NlCanisi 14:16  Gij kent de dwang, waarin ik verkeer, en weet, hoe ik het teken mijner verheffing, dat ik in het publiek op mijn hoofd moet dragen, verafschuw; ik veracht het als een stondendoek, en draag het nooit, wanneer ik alleen ben.
Esth NlCanisi 14:17  Ook heeft uw dienares nog nooit aan de tafel van Haman gegeten, geen maaltijd van den koning eer aangedaan en geen offerwijn gedronken.
Esth NlCanisi 14:18  Sinds de dag, dat men mij hierheen heeft gebracht tot heden toe, heeft uw dienares in niets behagen gehad dan in U, o Heer, God van Abraham.
Esth NlCanisi 14:19  God. Gij die sterker zijt dan allen, verhoor onze vertwijfelde bede, red ons uit de hand van de zondaars en verlos mij uit mijn benauwing!