Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
TOBIT
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 8
Tobi DutSVVA 8:1  En als zij nu het avondmaal geëindigd hadden, zo brachten zij Tobias tot haar.
Tobi DutSVVA 8:2  En als hij ging, dacht hij aan de woorden van Rafaël, en nam de as der reukofferen, en legde het hart en de lever van de vis daarop en maakte rook.
Tobi DutSVVA 8:3  En als de duivel de reuk rook, zo vlood hij naar de bovenste delen van Egypte, en de engel bond hem daar.
Tobi DutSVVA 8:4  En als zij nu beiden bij elkander gesloten waren, stond Tobias op van het bed, en zeide: Sta op, zuster, en laat ons bidden, opdat zich de Here onzer ontferme.
Tobi DutSVVA 8:5  En Tobias begon te zeggen: Gezegend zijt gij, o God onzer vaderen, en geloofd zij uw naam, die heilig en heerlijk is in der eeuwigheid, u moeten de hemelen loven, en al uw schepselen.
Tobi DutSVVA 8:6  Gij hebt Adam gemaakt, en gij hebt hem Eva zijn vrouw tot een hulp en steunsel gegeven; uit deze is het geslacht der mensen geboren. Gij hebt gezegd, het is niet goed dat de mens alleen zij, laat ons hem een hulp maken, die hem gelijk zij.
Tobi DutSVVA 8:7  En nu Here, niet om hoererij neem ik deze mijn zuster, maar in oprechtheid.
Tobi DutSVVA 8:8  Beveel dan dat men mijner ontferme, en dat ik met haar samen oud mag worden. En zij zeide met hem Amen. En zij sliepen beiden de nacht over.
Tobi DutSVVA 8:9  En Raguël stond op, en ging heen, en groef een graf, zeggende: Zou ook deze niet zijn gestorven?
Tobi DutSVVA 8:10  En Raguël kwam in zijn huis, en zeide tot Edna zijn vrouw:
Tobi DutSVVA 8:11  Zend een der dienstmaagden, en laat haar zien of hij leeft; en indien niet, dat ik hem mag begraven, en het niemand wete.
Tobi DutSVVA 8:12  En als de dienstmaagd de deur opengedaan had, ging zij in, en vond hen beiden slapende.
Tobi DutSVVA 8:13  En zij kwam weder uit, en boodschapte hun, dat hij leefde.
Tobi DutSVVA 8:14  En Raguël loofde God, zeggende: Geloofd zijt gij, o God, met alle zuivere en heilige lof; loven moeten u uw heiligen, en al uw schepselen, en al uw engelen, en uw uitverkorenen; loven moeten zij u in alle eeuwigheid. Geloofd zijt gij, dat gij mij hebt verheugd, en dat mij niet is geschied, volgens hetgeen ik gedacht had. Maar gij hebt met ons gehandeld naar uw grote barmhartigheid.
Tobi DutSVVA 8:15  Geloofd zijt gij, dat gij u hebt ontfermd over deze twee eniggeborenen; bewijs hun, o Here, barmhartigheid en voleindig hun leven in gezondheid, met vreugde en barmhartigheid.
Tobi DutSVVA 8:16  En hij beval de huisknechten het graf te stoppen.
Tobi DutSVVA 8:17  En hij bereidde hun een bruiloft van veertien dagen, en Raguël zeide tot hem met ede, eer de dagen der bruiloft geëindigd waren, dat hij niet zou vertrekken, tenzij de veertien dagen der bruiloft volbracht zouden zijn.
Tobi DutSVVA 8:18  En dan zou hij de helft van zijn goederen tot zich nemen, en met gezondheid tot zijn vader trekken, en het overige zeide hij zal u geworden, wanneer ik en mijn vrouw zullen gestorvan zijn,