Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
I JOHN
1 2 3 4 5
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 3
I Jo NlCanisi 3:1  Ziet, hoe grote liefde de Vader ons heeft bewezen, dat wij kinderen Gods worden genoemd, en het ook zijn. Daarom juist kent de wereld òns niet, omdat ze Hèm niet kent.
I Jo NlCanisi 3:2  Geliefden, thans reeds zijn wij kinderen Gods; maar nog is het niet openbaar geworden, wat wij zùllen zijn. Toch weten we, dat wanneer de openbaring gekomen is, wij aan Hem gelijk zullen zijn; want wij zullen Hem zien, zoals Hij is.
I Jo NlCanisi 3:3  Wie deze hoop op Hem stelt, houdt zich rein, zoals Hij rein is.
I Jo NlCanisi 3:4  Wie zonde bedrijft, overtreedt ook de wet; want de zonde is schennis der wet.
I Jo NlCanisi 3:5  Welnu, gij weet, dat Hij is verschenen, om de zonden weg te nemen; en in Hem is geen zonde.
I Jo NlCanisi 3:6  Wie in Hem blijft, zondigt niet; wie zondigt, heeft Hem gezien, noch gekend.
I Jo NlCanisi 3:7  Kinderkens, laat u door niemand misleiden! Wie de gerechtigheid beoefent, is een gerechtige, zoals Hij Gerechtig is.
I Jo NlCanisi 3:8  Maar wie zonde bedrijft, is uit den duivel, want de duivel zondigt van de aanvang af; en daartoe juist is Gods Zoon verschenen, om de werken van den duivel te vernietigen.
I Jo NlCanisi 3:9  Wie uit God is geboren, bedrijft geen zonde, want zijn Zaad is in hem; hij kan zelfs niet zondigen, omdat hij uit God is geboren.
I Jo NlCanisi 3:10  Hieraan zijn de kinderen Gods en de kinderen des duivels te kennen: wie de gerechtigheid niet beoefent, is niet uit God. Evenmin hij, die zijn broeder niet liefheeft.
I Jo NlCanisi 3:11  Want dit is de boodschap, die gij van de aanvang af hebt gehoord, dat we elkander moeten beminnen.
I Jo NlCanisi 3:12  We moeten niet zijn als Kaïn, die uit den Boze was en zijn broeder vermoordde. En waarom vermoordde hij hem? Omdat zijn werken boos waren, maar die van zijn broeder gerecht.
I Jo NlCanisi 3:13  Broeders, verwondert u dus niet, zo de wereld u haat.
I Jo NlCanisi 3:14  We weten, dat we uit de dood tot het leven zijn overgegaan, omdat we de broeders beminnen; die niet bemint, blijft in de dood.
I Jo NlCanisi 3:15  Wie zijn broeder haat, is een moordenaar; en gij weet, dat geen moordenaar het eeuwig leven behoudt.
I Jo NlCanisi 3:16  Hieraan erkennen we de liefde: Hij heeft zijn leven gegeven voor ons; ook wij moeten ons leven geven voor onze broeders.
I Jo NlCanisi 3:17  Wie dan de goederen der wereld bezit, en zijn broeder in nood ziet, maar zijn hart voor hem sluit, hoe blijft dan in hem de liefde tot God?
I Jo NlCanisi 3:18  Kinderkens, laat ons niet liefhebben met woord of met tong, maar met daad en in waarheid.
I Jo NlCanisi 3:19  Hieraan zullen we erkennen, dat we uit de waarheid zijn: We zullen ons hart geruststellen voor Hem,
I Jo NlCanisi 3:20  ook als het hart ons aanklaagt; want God is groter dan ons hart, en Hij weet alles.
I Jo NlCanisi 3:21  Geliefden, als ons hart ons niet aanklaagt, dan hebben we vertrouwen op God,
I Jo NlCanisi 3:22  en verkrijgen van Hem al wat we vragen. -Want we onderhouden zijn geboden en doen wat Hem behaagt.
I Jo NlCanisi 3:23  Dit immers is zijn gebod: dat we geloven in de naam van zijn Zoon Jesus Christus, en dat we elkander beminnen, zoals Hij het ons bevolen heeft.
I Jo NlCanisi 3:24  Wie zijn geboden onderhoudt, blijft in Hem en Hij in hem; en hieraan erkennen we, dat Hij in ons blijft: aan de geest, die Hij ons schonk.