Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
I PETER
1 2 3 4 5
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 2
I Pe NlCanisi 2:1  Legt dan af alle boosheid, valsheid, huichelarij, afgunst en alle kwaadsprekerij.
I Pe NlCanisi 2:2  Weest, als pasgeboren kinderkens, begerig naar onvervalste geestelijke melk, om daardoor op te groeien tot zaligheid,
I Pe NlCanisi 2:3  zo "gij reeds gesmaakt hebt, dat de Heer goedertieren is."
I Pe NlCanisi 2:4  Nadert tot Hem, de levende steen, —door de mensen verworpen, maar uitverkoren en kostbaar bij God,
I Pe NlCanisi 2:5  en laat u als levende stenen opbouwen tot een geestelijke tempel, bestemd voor een heilig priesterschap, dat geestelijke offers brengt, welgevallig aan God door Jesus Christus.
I Pe NlCanisi 2:6  Daarom staat er in de Schrift: "Zie, Ik leg in Sion een uitverkoren steen, een kostbare hoeksteen; En wie in Hem gelooft, wordt niet beschaamd."
I Pe NlCanisi 2:7  Voor u dus de eer, omdat gij gelooft. Maar voor wie niet geloven, blijft het gelden: "De steen, die de bouwlieden hadden verworpen, Is hoeksteen geworden;
I Pe NlCanisi 2:8  Maar ook een steen des aanstoots, En een rotsblok, waarover men struikelt." Omdat ze het woord niet geloven, stoten ze zich; en hiertoe zijn ze voorbestemd.
I Pe NlCanisi 2:9  Gij echter zijt een uitverkoren geslacht, een koninklijk priesterdom, een heilige natie, een aangeworven volk: om te verkondigen de deugden van Hem, die u riep uit de duisternis tot zijn wonderbaar licht.
I Pe NlCanisi 2:10  Gij, vroeger geen volk, nu Gods volk; vroeger van genade verstoken, nu begenadigd.
I Pe NlCanisi 2:11  Geliefden, ik vermaan u, als pelgrims en vreemdelingen, u verre te houden van de vleselijke lusten, die strijd voeren tegen de ziel.
I Pe NlCanisi 2:12  Leidt onder de heidenen een voorbeeldig leven, opdat zij uw wandel, waarover ze thans u als boosdoeners lasteren, uit uw goede werken zullen leren kennen op de dag der bezoeking, en dan glorie zullen brengen aan God.
I Pe NlCanisi 2:13  Weest onderdanig aan ieder menselijk gezag om ‘s Heren wil: aan den koning als opperheer;
I Pe NlCanisi 2:14  aan de landvoogden als zijn gezanten, om de boosdoeners te straffen en de goeden te prijzen.
I Pe NlCanisi 2:15  Want het is de wil van God, dat gij, door het goede te doen, het onverstand van domme mensen tot zwijgen brengt.
I Pe NlCanisi 2:16  Doet het als vrije mannen; niet als mensen, die de vrijheid als een dekmantel der boosheid gebruiken, maar als dienstknechten Gods.
I Pe NlCanisi 2:17  Houdt alle mensen in ere, hebt de gemeenschap lief; vreest God, eert den koning!
I Pe NlCanisi 2:18  Gij slaven, weest onderdanig aan uw meesters met alle ontzag; niet alleen aan de goede en vriendelijke, maar ook aan de lastige.
I Pe NlCanisi 2:19  Want dit is een welgevallige daad, wanneer men uit gewetensplicht tegenover God het leed verdraagt, dat men onverdiend moet lijden.
I Pe NlCanisi 2:20  Wat eer toch steekt er in, gelaten te zijn, als gij geslagen wordt, omdat gij misdaan hebt? Neen, dit is welgevallig aan God: gelaten te zijn, als gij lijdt, ofschoon gij goed hebt gehandeld.
I Pe NlCanisi 2:21  Hiertoe immers zijt gij geroepen; want ook Christus heeft geleden voor u, en u een voorbeeld nagelaten, opdat gij zijn voetstappen zoudt volgen.
I Pe NlCanisi 2:22  Hij heeft geen zonde bedreven, en er was geen bedrog in zijn mond;
I Pe NlCanisi 2:23  toch hoonde Hij niet, als Hij gehoond werd, en dreigde Hij niet, als Hij leed; maar Hij liet het over aan Hem, die met rechtvaardigheid oordeelt.
I Pe NlCanisi 2:24  Hij zelf heeft aan het kruishout in zijn Lichaam onze zonden gedragen, opdat wij, van de zonden ontlast, voor de gerechtigheid zouden leven. Door zijn striemen zijt gij genezen;
I Pe NlCanisi 2:25  want als schapen hebt gij rondgedwaald, maar thans zijt gij teruggekeerd tot den Herder, tot Hem, die uw zielen behoedt.