Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
I CORINTHIANS
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 16
I Co vlsJoNT 16:1  Aangaande de kollekte nu voor de heiligen, doet gij alzoo als ik bevolen heb aan de gemeenten van Galatië.
I Co vlsJoNT 16:2  Op den eersten dag van elke week legge een ieder van u iets bij zich zelven ter zijde, vergaderende volgens zijn welvaren, opdat niet als ik kom die kollekte gehouden worde.
I Co vlsJoNT 16:3  En wanneer ik gekomen zal zijn zal ik degenen, die gij door uw brieven geschikt acht, zenden om uw gift naar Jerusalem over te brengen.
I Co vlsJoNT 16:4  En als het geschikt is dat ik zelf ga dan zullen zij met mij gaan.
I Co vlsJoNT 16:5  Doch ik zal tot u komen als ik door Macedonië zal gegaan zijn, want ik moet door Macedonië gaan.
I Co vlsJoNT 16:6  En misschien zal ik bij u blijven of ook den winter doorbrengen, opdat gij mij moogt geleiden waar ik gaan zal.
I Co vlsJoNT 16:7  Want ik wil u nu niet in het voorbijgaan zien, want ik hoop eenigen tijd bij u te blijven, als de Heere het zal toelaten.
I Co vlsJoNT 16:9  Want voor mij is een groote en krachtige deur geopend en er zijn veel tegenstanders.
I Co vlsJoNT 16:10  En wanneer Timotheüs zal gekomen zijn, ziet toe dat hij zonder vreeze bij u zij, want hij werkt het werk des Heeren, zooals ook ik.
I Co vlsJoNT 16:11  Dat dan niemand hem verachte, maar geleidt hem in vrede, opdat hij tot mij kome, want ik verwacht hem met de broeders.
I Co vlsJoNT 16:12  Wat nu den broeder Apollos betreft, ik heb hem zeer verzocht dat hij tot u zou komen met de broeders, doch het was in het geheel niet naar zijn zin om nu te komen, maar hij zal komen als hij gelegenheid zal hebben.
I Co vlsJoNT 16:13  Waakt, staat in het geloof, houdt u mannelijk, zijt kloek!
I Co vlsJoNT 16:15  En ik verzoek u, broeders, — gij kent het huisgezin van Stefanas, dat het de eerstelingvrucht van Achaje is en dat zij zich zelven gesteld hebben ten dienste der heiligen
I Co vlsJoNT 16:16  dat gij u ook onderwerpt aan dezulken en aan elk die medewerkt en arbeidt.
I Co vlsJoNT 16:17  Ik ben verblijd over de aankomst van Stefanas en van Fortunatus en van Achaïkus, want wat van uw kant ontbrak dat hebben zij aangevuld.
I Co vlsJoNT 16:18  Want zij hebben mijn geest verkwikt en den uwe. Erkent dan dezulken.
I Co vlsJoNT 16:19  U groeten de gemeenten van Asië. U groeten hartelijk in den Heere, Aquila en Priska, met de gemeente ten hunnen huize.
I Co vlsJoNT 16:20  U groeten al de broeders. Groet elkander met een heiligen kus.
I Co vlsJoNT 16:22  Als iemand den Heere Jezus Christus niet bemint, die zij vervloekt! Maranatha!
I Co vlsJoNT 16:23  De genade van den Heere Jezus Christus zij met ulieden!
I Co vlsJoNT 16:24  Mijn liefde is met ulieden allen in Christus Jezus! Amen.