Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
JOHN
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 2
John vlsJoNT 2:1  En op den derden dag was, er een bruiloft te Kana in Galilea, en de moeder van Jezus was aldaar.
John vlsJoNT 2:2  En ook Jezus was tot de bruiloft genoodigd met zijn discipelen.
John vlsJoNT 2:3  En toen er wijn te kort kwam zeide de moeder van Jezus tot Hem: Zij hebben geen wijn!
John vlsJoNT 2:4  Jezus zeide tot haar: Wat heb Ik met u te doen, vrouwe? mijn ure is nog niet gekomen.
John vlsJoNT 2:5  Zijn moeder zeide tot de dienaars: Al wat Hij tot u zegt, doet dat!
John vlsJoNT 2:6  Nu stonden daar zes steenen kruiken, tot reiniging naar het gebruik der Joden, die elk twee of drie maten inhielden.
John vlsJoNT 2:7  Jezus zeide tot hen: Vult de kruiken met water! En zij vulden ze tot boven toe.
John vlsJoNT 2:8  En Hij zeide tot hen: Schept nu en brengt het den hofmeester. En zij brachten het,
John vlsJoNT 2:9  Toen nu de hofmeester het water geproefd had, dat wijn was geworden, — en hij wist niet vanwaar die was, maar de dienaars die bat water geschept hadden wisten het— toen riep de hofmeester den bruidegom en zeide tot hem:
John vlsJoNT 2:10  Iedereen zet eerst den goeden wijn op, en den minderen als men goed gedronken heeft; maar gij hebt den goeden wijn tot nu toe bewaard!
John vlsJoNT 2:11  Dit eerste zijner mirakelen deed Jezus te Kana is Galilea, en Hij openbaarde zijn glorie; en zijn discipelen geloofden in Hem.
John vlsJoNT 2:12  Daarna ging Hij af naar Kapernaüm, Hij en zijn moeder, en zijn broeders, en zijn discipelen, en daar bleven zij niet vele dagen.
John vlsJoNT 2:13  En het Paaschfeest der Joden was nabij, en Jezus ging op naar Jerusalem.
John vlsJoNT 2:14  En Hij vond in den tempel de ossen– en schapen– en duivenverkoopers, en de wisselaars, die daar zaten.
John vlsJoNT 2:15  En Hij maakte een zweep van koorden en wierp allen uit den tempel, ook de schapen en de ossen, en het geld der wisselaars goot Hij uit en dé tafels wierp Hij omver.
John vlsJoNT 2:16  En tot de duivenverkoopers zeide Hij: Neemt die dingen vanhier weg! maakt mijns Vaders huis niet tot een huis van koopmanschap!
John vlsJoNT 2:17  En zijn discipelen werden indachtig dat er geschreven is: De ijver van uw huis verteert Mij!
John vlsJoNT 2:18  De Joden dan antwoordden en zeiden tot Hem: Welk mirakel toont Gij ons, dat Gij dit doet?
John vlsJoNT 2:19  Jezus antwoordde en zeide tot hen: Breekt dezen tempel, en in drie dagen zal Ik hem opbouwen.
John vlsJoNT 2:20  De Joden dan zeiden: Zes en veertig jaar is er over dezen tempel gebouwd, en Gij zult dien in drie dagen opbouwen?
John vlsJoNT 2:22  Daarom, toen Hij uit de dooden was verrezen, werden zijn discipelen indachtig dat Hij dit gezegd had, en zij geloofden de Schrifture en het woord dat Jezus gesproken had.
John vlsJoNT 2:23  Terwijl Hij nu te Jerusalem op het paaschfeest was, geloofden velen in zijn Naam, toen zij de mirakelen zagen die Hij deed.
John vlsJoNT 2:24  Maar Jezus zelf vertrouwde zich onder hen niet, omdat Hij allen kende,
John vlsJoNT 2:25  en omdat Hij niet van noode had dat iemand Hem van den mensch getuigenis gaf, want Hij zelf wist wat in den mensch was.