Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
JUDITH
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 10
Judi DutSVVA 10:1  En het geschiedde toen zij ophield van roepen tot de God Israëls, en al deze woorden geëindigd had.
Judi DutSVVA 10:2  Dat zij opstond van haar voetval en riep haar dienstmaagd, en kwam beneden in het huis, waar zij zich ophield in de dagen der sabbatten, en in haar feestdagen, en zij legde de zak af, waarmede zij bekleed was, en trok haar weduwklederen uit.
Judi DutSVVA 10:3  En zij wies haar lichaam geheel met water, en zalfde dat met kostelijke dikke zalf, en zij vlocht het haar van haar hoofd, en zette een hoofdsiersel daarop, en deed haar vreugde-klederen aan, waarmede zij bekleed was in de dagen van het leven haars mans Manasse.
Judi DutSVVA 10:4  En zij deed pantoffelen aan haar voeten, en deed haar armringen aan, en halsbanden, en ringen, en oorringen, en al haar sieraad, en versierde zich zeer, tot bedrog van de ogen der mannen, zovelen haar aanzien zouden.
Judi DutSVVA 10:5  En zij gaf haar dienstmaagd een lederen fles met wijn, en een kruik met olie, en vulde een male met meel, en met vijgen, en reine broden, en bond al haar vaten om en om, en legde ze deze op.
Judi DutSVVA 10:6  En zij gingen uit naar de poort der stad Bethulië, en vonden aan deze staande Ozias, en de oudsten der stad Chabrin en Charmin.
Judi DutSVVA 10:7  Als zij nu haar zagen, en hoe haar aangezicht hersteld en haar kleding veranderd was, zo verwonderden zij zich uitermate zeer over haar schoonheid.
Judi DutSVVA 10:8  En zeiden tot haar: God, de God onzer vaderen, make u aangenaam, en volbreng uw aanslagen, tot roem van de kinderen Israëls en verhoging van Jeruzalem. En zij bad God aan,
Judi DutSVVA 10:9  En zeide tot hen: Beveelt dat mij de poort der stad opengedaan worde en ik zal uitgaan om de dingen te volbrengen, waarvan gij met mij hebt gesproken, en zij bevalen de jongelingen haar open te doen, gelijk zij gesproken had, en zij deden alzo.
Judi DutSVVA 10:10  En Judith ging uit, en haar maagd met haar, en de mannen der stad zagen haar na, totdat zij de berg afgegaan, en totdat zij het dal doorgegaan was, en zij haar niet meer zagen.
Judi DutSVVA 10:11  Toen gingen deze in het dal recht heen en de voorwacht der Assyriërs kwam haar tegen, en grepen haar, en vraagden haar: Wiens zijt gij? en vanwaar komt gij? en waar gaat gij heen?
Judi DutSVVA 10:12  En zij zeide: Ik ben een Hebreeuwse vrouw, en vlucht van hen weg want zij zullen aan u overgegeven worden, om vernield te worden.
Judi DutSVVA 10:13  En ik kom tot het aangezicht van Holofernes de veldoverste uws legers, om hem waarachtige woorden te boodschappen, en ik zal een weg voor hem wijzen, waardoor hij trekken zal, en het gehele gebergte veroveren, en van zijn mannen zal niemand omkomen, noch iets dat leven heeft.
Judi DutSVVA 10:14  Als nu de mannen haar woorden hoorden, en haar aangezicht aanmerkten, zo was het voor hen zeer wonderlijk in schoonheid.
Judi DutSVVA 10:15  En zij zeiden tot haar: Gij hebt uw leven behouden, dewijl gij u gehaast hebt af te komen tot het aangezicht onzes heren. En nu, ga voort tot zijn tent, en enigen van ons zullen u geleiden, totdat zij u in zijn handen zullen leveren.
Judi DutSVVA 10:16  Wanneer gij nu voor hem staat, zo zijt niet bevreesd in uw hart, maar boodschap hem naar uw woorden, en hij zal u weldoen. En zij verkozen uit zich honderd mannen, en voegden die bij haar en haar maagd, en die brachten haar aan de tent van Holofernes, en daar kwam een oploop door het gehele leger, want haar aankomst werd ruchtbaar door de tenten. En zij kwamen en omringden haar, gelijk zij stond buiten de tent van Holofernes, totdat zij hem de boodschap van haar gedaan hadden. En zij waren verwonderd over haar schoonheid, en zij verwonderden zich over de kinderen Israëls om harentwil, en de een zeide tot de ander: Wie zou dit volk kunnen verachten, dat zodanige vrouwen onder zich heeft; daarom is het niet goed dat één man van hen overblijve, welke overgelaten zijnde het gehele land door listigheid zou kunnen bedriegen.
Judi DutSVVA 10:17  En de kamerlingen van Holofernes, en al zijn dienaars kwamen uit, en brachten haar in de tent.
Judi DutSVVA 10:18  En Holofernes rustte op zijn bed onder een behangsel, hetwelk van purper, en goud, en smaragden, en kostelijke stenen was tezamen geweven, en zij boodschapten hem van haar, en hij kwam uit in de voortent, en hem werden zilveren lampen voorgedragen.
Judi DutSVVA 10:19  En als Judith voor zijn aangezicht en dat zijner dienaren kwam, verwonderden zij zich allen over de schoonheid haars aanschijns, en zij, nedervallende op haar aangezicht, aanbad hem, en zijn dienstknechten richtten haar op.