LAMENTATIONS
Chapter 5
Lame | DutSVV | 5:6 | Wij hebben den Egyptenaar de hand gegeven, en den Assyrier, om met brood verzadigd te worden. | |
Lame | DutSVV | 5:7 | Onze vaders hebben gezondigd, en zijn niet meer, en wij dragen hun ongerechtigheden. | |
Lame | DutSVV | 5:9 | Wij moeten ons brood met gevaar onzes levens halen, vanwege het zwaard der woestijn. | |
Lame | DutSVV | 5:10 | Onze huid is zwart geworden gelijk een oven, vanwege den geweldigen storm des hongers. | |
Lame | DutSVV | 5:11 | Zij hebben de vrouwen te Sion verkracht, en de jonge dochters in de steden van Juda. | |
Lame | DutSVV | 5:12 | De vorsten zijn door hunlieder hand opgehangen; de aangezichten der ouden zijn niet geeerd geweest. | |
Lame | DutSVV | 5:13 | Zij hebben de jongelingen weggenomen, om te malen, en de jongens struikelen onder het hout. | |
Lame | DutSVV | 5:20 | Waarom zoudt Gij ons steeds vergeten? Waarom zoudt Gij ons zo langen tijd verlaten? | |
Lame | DutSVV | 5:21 | HEERE, bekeer ons tot U, zo zullen wij bekeerd zijn; vernieuw onze dagen als van ouds. | |