Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
WISDOM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 8
Wisd NlCanisi 8:1  Haar kracht strekt zich uit van het ene eind tot het andere, Zij is het, die alles ten beste beschikt.
Wisd NlCanisi 8:2  Ik had haar lief en zocht haar sinds mijn jeugd, Zocht haar te winnen als bruid; Want ik werd verliefd op haar schoonheid.
Wisd NlCanisi 8:3  Zij roemt haar edele afkomst; Want zij leeft in gemeenschap met God, En Hij, die de Heer is van alles, bemint haar.
Wisd NlCanisi 8:4  Ja, zij is ingewijd in de kennis van God, En is zijn raadsvrouw bij zijn werken.
Wisd NlCanisi 8:5  Als rijkdom een begerenswaardig bezit is in het leven, Wat is er rijker dan de wijsheid, die alles bewerkt;
Wisd NlCanisi 8:6  En als iemand naar scherpzinnigheid streeft, Wie ter wereld is vaardiger dan zij?
Wisd NlCanisi 8:7  Heeft iemand de gerechtigheid lief, Heel haar streven is op deugden gericht; Want zij leert matigheid en voorzichtigheid, Rechtvaardigheid en sterkte; En niets bestaat er, dat nuttiger is Voor den mens in zijn leven.
Wisd NlCanisi 8:8  Wanneer iemand streeft naar rijke ervaring, Zij kent het verleden en doorziet de toekomst; Zij verstaat de zin van spreuken, En de oplossing van raadsels; Wonderen en tekenen kent zij te voren Met de lotgevallen van tijden en eeuwen.
Wisd NlCanisi 8:9  Ik besloot dus, haar te nemen als levensgezellin, Wetend. dat zij mij het goede zal raden, En zal troosten in zorgen en smart.
Wisd NlCanisi 8:10  Door haar zal ik roem verwerven bij het volk, En eer bij de oudsten, ofschoon ik nog jong ben.
Wisd NlCanisi 8:11  Bij het rechtspreken zal ik scherpzinnig zijn, En bewondering vinden in het oog van de vorsten.
Wisd NlCanisi 8:12  Zwijg ik, dan zullen ze wachten, Als ik spreek, aandachtig luisteren; En al voer ik nog langer het woord, Ze leggen de hand op hun mond.
Wisd NlCanisi 8:13  Door haar zal ik onsterfelijkheid verwerven, Een eeuwig aandenken achterlaten bij wie na mij komen.
Wisd NlCanisi 8:15  Gevreesde tyrannen zullen met schrik van mij horen; Bij mijn volk zal ik goed zijn, En dapper in de krijg.
Wisd NlCanisi 8:16  Als ik terugkeer naar huis, bij haar vind ik rust; Want de omgang met haar heeft nimmer iets bitters, En met haar verkeren geeft nimmer verdriet, Maar vreugde en blijdschap.
Wisd NlCanisi 8:17  Omdat ik dit bij mijzelf bedacht, En overwoog in mijn hart: Dat er onsterfelijkheid ligt in het gezelschap der wijsheid,
Wisd NlCanisi 8:18  En edel genot in haar vriendschap, Onuitputtelijke rijkdom in het werk van haar handen, Doorzicht in de innige omgang met haar, En roem in het deelnemen aan haar gesprekken: Daarom zocht ik overal rond, hoe haar tot mij te nemen.
Wisd NlCanisi 8:19  Ik was een knaap van schone gestalte, En ik had een voortreffelijke ziel ontvangen;
Wisd NlCanisi 8:20  Of liever, omdat ik voortreffelijk was, Kwam ik in een lichaam zonder gebreken.
Wisd NlCanisi 8:21  Maar ik begreep, haar nooit te zullen bezitten, als God ze niet gaf; En het is reeds wijsheid te weten, wiens gave zij is. Daarom wendde ik mij tot den Heer in gebed, En sprak uit het diepst van mijn hart: