PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 83
Psal | DutSVVA | 83:1 | Een lied, een psalm van Asaf. [083:2] O God! zwijg niet, houd U niet als doof, en zijt niet stil, o God! | |
Psal | DutSVVA | 83:3 | [083:4] Zij maken listiglijk een heimelijken aanslag tegen Uw volk, en beraadslagen zich tegen Uw verborgenen. | |
Psal | DutSVVA | 83:4 | [083:5] Zij hebben gezegd: Komt, en laat ons hen uitroeien, dat zij geen volk meer zijn; dat aan den naam Israëls niet meer gedacht worde. | |
Psal | DutSVVA | 83:5 | [083:6] Want zij hebben in het hart te zamen beraadslaagd; tegen U hebben zij een verbond gemaakt; | |
Psal | DutSVVA | 83:8 | [083:9] Ook heeft zich Assur bij hen gevoegd; zij zijn den kinderen van Lot tot een arm geweest. Sela. | |
Psal | DutSVVA | 83:11 | [083:12] Maak hen en hun prinsen als Oreb en als Zeëb, en al hun vorsten als Zebah en als Zalmuna; | |
Psal | DutSVVA | 83:12 | [083:13] Die zeiden: Laat ons de schone woningen Gods voor ons in erfelijke bezitting nemen. | |
Psal | DutSVVA | 83:14 | [083:15] Gelijk het vuur een woud verbrandt, en gelijk de vlam de bergen aansteekt; | |
Psal | DutSVVA | 83:17 | [083:18] Laat hen beschaamd en verschrikt wezen tot in eeuwigheid, en laat hen schaamrood worden, en omkomen; | |