Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
PROVERBS
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 2
Prov DutSVVA 2:1  Mijn zoon! zo gij mijn redenen aanneemt, en mijn geboden bij u weglegt;
Prov DutSVVA 2:2  Om uw oren naar wijsheid te doen opmerken; zo gij uw hart tot verstandigheid neigt;
Prov DutSVVA 2:3  Ja, zo gij tot het verstand roept, uw stem verheft tot de verstandigheid;
Prov DutSVVA 2:4  Zo gij haar zoekt als zilver, en naspeurt als verborgen schatten;
Prov DutSVVA 2:5  Dan zult gij de vreze des Heeren verstaan, en zult de kennis van God vinden.
Prov DutSVVA 2:6  Want de Heere geeft wijsheid; uit Zijn mond komt kennis en verstand.
Prov DutSVVA 2:7  Hij legt weg voor de oprechten een bestendig wezen; Hij is een Schild dengenen, die oprechtelijk wandelen;
Prov DutSVVA 2:8  Opdat zij de paden des rechts houden; en Hij zal den weg Zijner gunstgenoten bewaren.
Prov DutSVVA 2:9  Dan zult gij verstaan gerechtigheid, en recht, en billijkheden, en alle goed pad.
Prov DutSVVA 2:10  Als de wijsheid in uw hart zal gekomen zijn, en de wetenschap voor uw ziel zal liefelijk zijn;
Prov DutSVVA 2:11  Zo zal de bedachtzaamheid over u de wacht houden, de verstandigheid zal u behoeden;
Prov DutSVVA 2:12  Om u te redden van den kwaden weg, van den man, die verkeerdheden spreekt;
Prov DutSVVA 2:13  Van degenen, die de paden der oprechtheid verlaten, om te gaan in de wegen der duisternis;
Prov DutSVVA 2:14  Die blijde zijn in het kwaad doen, zich verheugen in de verkeerdheden des kwaden;
Prov DutSVVA 2:15  Welker paden verkeerd zijn, en afwijkende in hun sporen;
Prov DutSVVA 2:16  Om u te redden van de vreemde vrouw, van de onbekende, die met haar redenen vleit;
Prov DutSVVA 2:17  Die den leidsman harer jonkheid verlaat, en het verbond haars Gods vergeet;
Prov DutSVVA 2:18  Want haar huis helt naar den dood, en haar paden naar de overledenen.
Prov DutSVVA 2:19  Allen die tot haar ingaan, zullen niet wederkomen, en zullen de paden des levens niet aantreffen;
Prov DutSVVA 2:20  Opdat gij wandelt op den weg der goeden, en houdt de paden der rechtvaardigen.
Prov DutSVVA 2:21  Want de vromen zullen de aarde bewonen, en de oprechten zullen daarin overblijven;
Prov DutSVVA 2:22  Maar de goddelozen zullen van de aarde uitgeroeid worden, en de trouwelozen zullen er van uitgerukt worden.