PROVERBS
Chapter 3
Prov | DutSVVA | 3:3 | Dat de goedertierenheid en de trouw u niet verlaten; bind ze aan uw hals, schrijf ze op de tafel uws harten. | |
Prov | DutSVVA | 3:10 | Zo zullen uw schuren met overvloed vervuld worden, en uw perskuipen van most overlopen. | |
Prov | DutSVVA | 3:11 | Mijn zoon! verwerp de tucht des Heeren niet, en wees niet verdrietig over Zijn kastijding; | |
Prov | DutSVVA | 3:12 | Want de Heere kastijdt dengene, dien Hij liefheeft, ja, gelijk een vader den zoon, in denwelken hij een welbehagen heeft. | |
Prov | DutSVVA | 3:13 | Welgelukzalig is de mens, die wijsheid vindt, en de mens, die verstandigheid voortbrengt! | |
Prov | DutSVVA | 3:14 | Want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en haar inkomst dan het uitgegraven goud. | |
Prov | DutSVVA | 3:15 | Zij is kostelijker dan robijnen; en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken. | |
Prov | DutSVVA | 3:18 | Zij is een boom des levens dengenen, die ze aangrijpen, en elkeen, die ze vast houdt, wordt gelukzalig. | |
Prov | DutSVVA | 3:19 | De Heere heeft de aarde door wijsheid gegrond, de hemelen door verstandigheid bereid. | |
Prov | DutSVVA | 3:21 | Mijn zoon! laat ze niet afwijken van uw ogen; bewaar de bestendige wijsheid en bedachtzaamheid. | |
Prov | DutSVVA | 3:24 | Zo gij nederligt, zult gij niet schrikken; maar gij zult nederliggen en uw slaap zal zoet wezen. | |
Prov | DutSVVA | 3:25 | Vrees niet voor haastigen schrik, noch voor de verwoesting der goddelozen, als zij komt. | |
Prov | DutSVVA | 3:26 | Want de Heere zal met uw hoop wezen, en Hij zal uw voet bewaren van gevangen te worden. | |
Prov | DutSVVA | 3:27 | Onthoud het goed van zijn meesters niet, als het in het vermogen uwer hand is te doen. | |
Prov | DutSVVA | 3:28 | Zeg niet tot uw naaste: Ga heen, en kom weder, en morgen zal ik geven, dewijl het bij u is. | |
Prov | DutSVVA | 3:32 | Want de afwijker is den Heere een gruwel; maar Zijn verborgenheid is met den oprechte. | |
Prov | DutSVVA | 3:33 | De vloek des Heeren is in het huis des goddelozen; maar de woning der rechtvaardigen zal Hij zegenen. | |
Prov | DutSVVA | 3:34 | Zekerlijk, de spotters zal Hij bespotten, maar den zachtmoedigen zal Hij genade geven. | |