SIRACH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Chapter 8
| Sira | DutSVVA | 8:6 | Verwijt geen mens die zich van zonde afkeert; gedenk dat wij allen strafwaardig zijn. | |
| Sira | DutSVVA | 8:8 | Verblijd u niet over de dood van uw grootste vijand, gedenk dat wij allen sterven zullen. | |
| Sira | DutSVVA | 8:11 | Dwaal niet af van de onderwijzing der ouden, want zij hebben ook geleerd van hun vaderen. | |
| Sira | DutSVVA | 8:12 | Want van hen zult gij verstand leren, en hoe gij in de tijd als het nodig is zult antwoorden. | |
| Sira | DutSVVA | 8:13 | Ontsteek de kolen des zondaars niet, opdat gij niet verbrand wordt in het vuur zijner vlam. | |
| Sira | DutSVVA | 8:15 | Leen niemand die machtiger is dan gij, en indien gij hem wat geleend zult hebben, zo zijt als een die het verloren hebt. | |
| Sira | DutSVVA | 8:16 | Word geen borg boven uw vermogen, en indien gij borg geworden zijt, draag zorg alsof gij betalen zoudt. [8:17] Richt niet tegen de rechter, want men zal hem oordelen, naar zijn mening. | |
| Sira | DutSVVA | 8:17 | [8:18] Wandel niet met een stoute, opdat hij u niet bezware, want hij zal naar zijn wil doen, en gij zoudt door zijn dwaas heid mee vergaan. | |
| Sira | DutSVVA | 8:18 | [8:19] Verwek geen strijd met een toornige, en ga niet met hem door de woestijn, gelijk als niets is het bloed in zijn ogen, en waar geen hulp is, daar zal hij u ter neder werpen. | |