SIRACH
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
Chapter 10
Sira | DutSVVA | 10:1 | Een wijs rechter onderwijst zijn volk, en de heerschappij des verstandigen is ordelijk aangesteld. | |
Sira | DutSVVA | 10:2 | Gelijk als de rechter des volks is, zo zijn ook zijn dienaars; en gelijk de voorganger der stad is, zo zijn allen die deze bewonen. | |
Sira | DutSVVA | 10:3 | Een koning, die niet onderwezen is, zal zijn volk verderven, maar een stad zal door verstand der machtigen bewoond worden. | |
Sira | DutSVVA | 10:4 | De macht op aarde is in de hand des Heren, en hij zal te zijner tijd over haar verwekken een, die nuttig is. | |
Sira | DutSVVA | 10:5 | In de hand des Heren is des mensen voorspoed, en op het aangezicht des schriftgeleerden zal hij zijn heerlijkheid stellen. | |
Sira | DutSVVA | 10:6 | Vergram u niet op uw naaste over enig onrecht, en doe niets door smadelijke werken. | |
Sira | DutSVVA | 10:7 | Hovaardigheid is hatelijk voor God en de mensen, en bij beide is hatelijk de misdaad der ongerechtigheid. | |
Sira | DutSVVA | 10:8 | Een koninkrijk wordt van het ene volk tot het andere overgebracht, vanwege ongerechtigheden en moedwilligheden en rijkdommen, die door bedrog verkregen zijn; wat verhovaardigt zich toch aarde en as? | |
Sira | DutSVVA | 10:10 | Want deze biedt ook zijn eigen ziel te koop, want zijn ingewanden werpen deze weg, terwijl hij nog leeft. | |
Sira | DutSVVA | 10:11 | De medicijnmeester houdt een lange ziekte af, en heden is iemand koning, en morgen zal hij sterven. | |
Sira | DutSVVA | 10:12 | Want wanneer een mens sterft, zo beërft hij kruipende en wild gedierte en wormen. | |
Sira | DutSVVA | 10:13 | Het beginsel der hovaardigheid is, wanneer een mens van de Here afwijkt, en zijn hart afwijkt van degene die hem gemaakt heeft. | |
Sira | DutSVVA | 10:14 | Want hovaardigheid is een beginsel der zonde, en die daarbij blijft, die bedrijft zeer gruwelijke moedwil, doch op het einde zal hij omgekeerd worden. | |
Sira | DutSVVA | 10:15 | Daarom heeft de Here zeldzame straffen over hen gebracht, en heeft hen eindelijk omgekeerd. | |
Sira | DutSVVA | 10:16 | De Here heeft de tronen der regeerders ternedergedrukt, en heeft zachtmoedigen in hun plaats daarin gezet. | |
Sira | DutSVVA | 10:17 | De Here rukt de wortelen der hovaardige volken uit, en plant de nederigen in hun plaats met heerlijkheid. | |
Sira | DutSVVA | 10:21 | De hovaardigheid is niet geschapen in de mensen, noch de grimmige toorn in degenen, die van vrouwen geboren zijn. | |
Sira | DutSVVA | 10:22 | Die de Here vrezen zijn een gewis zaad, en die Hem liefhebben een kostelijke plant; daarentegen die op de wet niet achten, zijn een schandelijk zaad; die de geboden overtreden een afdwalend zaad. | |
Sira | DutSVVA | 10:23 | In het midden der broeders is degene geëerd, die hun leidsman is, en die de Here vrezen worden geëerd voor zijn ogen. | |
Sira | DutSVVA | 10:24 | De vreze des Heren is een heerschappij ook voor het lot, maar hardigheid en hovaardigheid is een wegwerping der heer schappij. | |
Sira | DutSVVA | 10:26 | Het is niet recht dat men een arme onteert die verstandig is, en het betaamt niet dat men een zondaar eert. | |
Sira | DutSVVA | 10:27 | De groten, en de rechters, en de machtigen worden geëerd, maar geen hunner is meerder dan die de Here vreest. | |
Sira | DutSVVA | 10:28 | Een verstandige huisknecht zullen de vrijen dienen; en een man van wetenschap zal niet murmureren als hij onderwezen wordt. | |
Sira | DutSVVA | 10:29 | Denk niet wijs te zijn als gij uw werk doet, en poch niet in de tijd uwer benauwdheid. | |
Sira | DutSVVA | 10:30 | Want het is beter dat iemand werkt, en in alles overvloed heeft, dan dat iemand pocht en gebrek aan brood heeft. | |
Sira | DutSVVA | 10:31 | Mijn kind verheerlijk uw ziel door uw zachtmoedigheid, en geeft haar eer naar haar waardigheid. [10:32] Wie zal die rechtvaardigen die tegen zijn ziel zondigt en wie zal die eren, die zijn leven onteert? [10:33] Een arme wordt verheerlijkt vanwege zijn wetenschap, en een rijke wordt verheerlijkt vanwege zijn rijkdom. [10:34] Die geëerd wordt in armoede, hoeveel te meer ook in rijk dom. En die in rijkdom ongeëerd is, hoeveel te meer in ar moede. | |