Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
WISDOM
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19
Prev Up Next
Chapter 2
Wisd DutSVVA 2:1  Want deze dingen met recht overlegd hebbende, zeggen zij tot elkander: Ons leven is kort en moeilijk, en daar is geen genezing tegen de dood des mensen, en niemand wordt gekend, die uit de hel wedergekeerd is.
Wisd DutSVVA 2:2  Want bij geval zijn wij geboren en na deze zullen wij zijn alsof wij niet geweest waren, want het snuiven in onze neusgaten is een rook, en de rede is een vonk voortkomende door de beweging van ons hart.
Wisd DutSVVA 2:3  Welke uitgeblust zijnde, zo wordt het lichaam tot as en onze geest wordt verspreid gelijk de wijde lucht.
Wisd DutSVVA 2:4  En onze naam wordt mettertijd vergeten, en niemand zal aan onze werken denken, en ons leven gaat voorbij, gelijk de voetstappen van een wolk, en wordt verstrooid gelijk een nevel, die van de stralen der zon nagejaagd en van haar hitte bezwaard wordt.
Wisd DutSVVA 2:5  Want onze tijd is een schaduw die voorbijgaat, en daar is geen wederkeren van onze dood, want die is verzegeld en niemand keert weder.
Wisd DutSVVA 2:6  Komt dan, en laat ons de tegenwoordige goederen genieten, en hetgeen wij bezitten metterhaast gebruiken, gelijk in de jeugd.
Wisd DutSVVA 2:7  Laat ons ons opvullen met kostelijke wijn en zalf, en de bloem der lente ga ons niet voorbij.
Wisd DutSVVA 2:8  Laat ons ons kronen met rozenknoppen, eer zij verwelken.
Wisd DutSVVA 2:9  Niemand van ons zij zonder deel te hebben aan onze vermetelheid; laat ons overal merktekenen der weelde laten, want dit is ons deel, en dit is ons lot.
Wisd DutSVVA 2:10  Laat ons de arme rechtvaardige overweldigen, en laat ons de weduwen niet verschonen, en de grijze, veeljarige haren des ouden niet ontzien.
Wisd DutSVVA 2:11  Maar onze sterkte zij een wet der gerechtigheid, want hetgeen zwak is wordt onnut bevonden.
Wisd DutSVVA 2:12  Laat ons op de rechtvaardige loeren, want hij is ons nadelig, en stelt zich tegen onze werken, en verwijt ons de zonden begaan tegen de wet, en maakt gerucht van ons vanwege de zonden onzer wandeling.
Wisd DutSVVA 2:13  Hij wendt voor dat hij kennis van God heeft, en noemt zichzelf een kind des Heren.
Wisd DutSVVA 2:14  Hij is ons geworden tot een wederlegging onzer gedachten.
Wisd DutSVVA 2:15  Hij is ons bezwaarlijk, ook zelfs om aan te zien, want zijn leven is de anderen ongelijk, en zijn paden zijn gans andere.
Wisd DutSVVA 2:16  Wij worden van hem geacht als vals zilver, en hij houdt zich af van onze wegen, als van onreinheden: hij prijst zalig het einde der rechtvaardigen, en pocht dat God zijn vader is.
Wisd DutSVVA 2:17  Laat ons zien, of zijn woorden waarachtig zijn, en laat ons opmerken wat uitkomst hij hebben zal.
Wisd DutSVVA 2:18  Want indien de rechtvaardige een zoon Gods is, zo zal hij hem te hulp komen, en zal hem verlossen uit de hand dergenen die hem tegenstaan.
Wisd DutSVVA 2:19  Laat ons hem met smaad en pijniging onderzoeken, opdat wij zijn bescheidenheid mogen weten, en zijn verdraagzaamheid beproeven.
Wisd DutSVVA 2:20  Laat ons hem tot een schandelijke dood verwijzen, want daar zal over hem opzicht genomen worden, gelijk hij zegt.
Wisd DutSVVA 2:21  Dit hebben zij overlegd, maar hebben gedwaald, want hun boosheid heeft hen verblind.
Wisd DutSVVA 2:22  Zij verstaan de verborgenheden Gods niet, en hebben het loon der heiligheid niet te hopen, en achten de eer der onbestraffelijke zielen niet.
Wisd DutSVVA 2:23  Want God heeft de mens geschapen tot onverderfelijkheid, en heeft hem gemaakt een beeld van zijn eigen natuur.
Wisd DutSVVA 2:24  Maar door des duivels nijdigheid is de dood in de wereld gekomen, en die van zijn deel zijn, die proeven deze.