Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
GALATIANS
1 2 3 4 5 6
Prev Up Next
Chapter 4
Gala NlCanisi 4:1  Dit stel ik vast: Zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van den slaaf, ook al is hij heer van alles;
Gala NlCanisi 4:2  maar hij staat onder voogden en beheerders tot aan de tijd, die door zijn vader is bepaald.
Gala NlCanisi 4:3  Zó ook waren wij, toen we nog onmondig waren, als slaven onderworpen aan de leerbeginselen der wereld.
Gala NlCanisi 4:4  Maar toen de volheid van de tijd was gekomen, heeft God zijn eigen Zoon gezonden, die uit een vrouw werd geboren en geboren werd onder de Wet,
Gala NlCanisi 4:5  opdat Hij allen zou loskopen, die staan onder de Wet, en wij het kindschap zouden beërven.
Gala NlCanisi 4:6  En het bewijs, dat gij kinderen zijt: God heeft den Geest van zijn Zoon in onze harten gezonden, en Deze roept: Abba, Vader!
Gala NlCanisi 4:7  Ge zijt dus geen slaaf meer, maar kind; zijt ge kind, dan zijt ge ook erfgenaam, dank zij God.
Gala NlCanisi 4:8  Zeker, vroeger hebt gij God niet gekend en zijt gij goden gaan dienen, die het in werkelijkheid niet zijn;
Gala NlCanisi 4:9  maar thans, nu gij God kent, of liever nog, door God wordt gekend, hoe zoudt gij u weer gaan wenden tot die zwakke en onbeduidende leerbeginselen, wier slaven gij weer worden wilt?
Gala NlCanisi 4:11  Ik ben bang, dat ik misschien vruchteloos voor u heb gezwoegd!
Gala NlCanisi 4:12  Ik smeek u, broeders, wordt zoals ik; want ik werd aan u gelijk. —Nog nooit hebt gij mij enig verdriet aangedaan.
Gala NlCanisi 4:13  Gij herinnert u toch, hoe ik u de eerste keer in lichaamszwakte het Evangelie verkondigd heb;
Gala NlCanisi 4:14  en hoe gij me niet met smaad en minachting hebt bejegend om de beproeving, die mijn lichaam u bracht; maar hoe gij me hebt ontvangen als een engel van God, als Christus Jesus zelf.
Gala NlCanisi 4:15  Waar is nu uw zalig geluk gebleven; want ik kan van u getuigen, dat gij zo mogelijk u de ogen zoudt hebben uitgerukt en ze aan mij zoudt hebben gegeven!
Gala NlCanisi 4:16  Ben ik dan uw vijand geworden, omdat ik u de waarheid zeg?
Gala NlCanisi 4:17  Zij ijveren voor u, maar niet met zuivere bedoeling; maar ze trachten u van mij te vervreemden, opdat gij zoudt ijveren voor hen.
Gala NlCanisi 4:18  Zeker, het valt te prijzen, wanneer er geijverd wordt; maar dan voor het goede en ten allen tijde; niet slechts als ik bij u ben.
Gala NlCanisi 4:19  Mijn kinderkens, voor wie ik opnieuw barensweeën moet lijden, eer Christus in u is gevormd:
Gala NlCanisi 4:20  ik zou op dit ogenblik wel bij u willen zijn, om de juiste toon te treffen; want ik ben ten einde raad over u.
Gala NlCanisi 4:21  Zegt me nu eens, gij die onder de Wet wilt staan, luistert gij niet naar de Wet?
Gala NlCanisi 4:22  Er staat toch geschreven, dat Abraham twee zonen had, één bij de slavin, en één bij de vrije vrouw;
Gala NlCanisi 4:23  maar de zoon der slavin was verwekt naar het vlees, maar die van de vrije vrouw uit kracht der Belofte.
Gala NlCanisi 4:24  Deze dingen hebben een zinnebeeldige betekenis. Want de twee 4:verbeelden tweeërlei verbond. Het éne, dat van de berg Sinaï, brengt slavenkinderen voort, en dat is Agar;
Gala NlCanisi 4:25  want de berg Sinaï ligt in Arabië, en Agar is het beeld van het hedendaags Jerusalem, want deze stad ligt in slavernij met haar kinderen.
Gala NlCanisi 4:26  Maar het Jerusalem uit den hoge is vrij, en dat is ònze moeder. Want er staat geschreven:
Gala NlCanisi 4:27  "Jubel onvruchtbare, die niet baart; Breek uit in gejuich, die geen barensnood kent. Want talrijker zijn de kinderen der verlatene Dan van haar, die aan een man is gehuwd."
Gala NlCanisi 4:28  Welnu, broeders, gij zijt als Isaäk, kinderen der Belofte.
Gala NlCanisi 4:29  Maar zoals eertijds hij, die naar het vlees was verwekt, hem ging vervolgen, die verwekt was naar de geest, zo gebeurt het ook thans.
Gala NlCanisi 4:30  Maar wat zegt de Schrift? "Jaag weg de slavin met haar zoon; want de zoon der slavin zal niet meeërven met den zoon der vrije vrouw."
Gala NlCanisi 4:31  Broeders, we zijn dus geen slavenkinderen, maar kinderen der vrije vrouw!