PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 57
Psal | NlCanisi | 57:2 | Meent gij nu werkelijk recht te spreken, En met rechtvaardigheid de mensen te richten? | |
Psal | NlCanisi | 57:3 | Neen, in uw hart pleegt gij onrecht, En uw handen banen de weg voor geweld in het land. | |
Psal | NlCanisi | 57:4 | De schurken: ze zijn ontaard van hun moederschoot af; De leugenaars: sinds hun geboorte bedorven! | |
Psal | NlCanisi | 57:7 | O God, sla ze de tanden stuk in hun mond; Jahweh, ruk uit het gebit van dat broed! | |
Psal | NlCanisi | 57:9 | Als een slak, die zich oplost in slijm, Als een misdracht, die het zonlicht niet ziet; | |
Psal | NlCanisi | 57:10 | Voordat de doornen hun ketels verhitten: Onverbrand of verbrand, Hij vaagt ze weg. | |
Psal | NlCanisi | 57:11 | De rechtvaardige zal zich verheugen, Als hij die wraak mag aanschouwen, En met zijn voeten plassen in het bloed van die schurken. En de mensen zullen dan zeggen: | |