PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 93
Psal | NlCanisi | 93:3 | Hoelang nog zullen de zondaars, o Jahweh, Hoelang nog zullen de boosdoeners juichen? | |
Psal | NlCanisi | 93:7 | En dan zeggen ze nog: Jahweh ziet het niet eens, De God van Jakob merkt het niet! | |
Psal | NlCanisi | 93:9 | Zou Hij het niet horen, die het oor heeft geplant, Niet zien, die het oog heeft geschapen; | |
Psal | NlCanisi | 93:10 | Zou Hij, die de volkeren tuchtigt, niet straffen, Onwetend zijn, die den mens onderricht? | |
Psal | NlCanisi | 93:11 | Neen, Jahweh kent de gedachten der mensen, Hij weet, dat het hersenschimmen zijn. | |
Psal | NlCanisi | 93:13 | Hoe hij gelaten moet zijn in dagen van rampspoed, Totdat voor den boze het graf is gedolven; | |
Psal | NlCanisi | 93:16 | Wie anders neemt het voor mij tegen de boosdoeners op, Wie staat mij tegen de booswichten bij? | |
Psal | NlCanisi | 93:17 | Wanneer Jahweh mij niet te hulp was gekomen, Dan lag ik misschien al lang in het graf. | |
Psal | NlCanisi | 93:19 | En wanneer zware zorgen mij innerlijk drukken, Dan verkwikt uw vertroosting mijn ziel. | |
Psal | NlCanisi | 93:20 | Zoudt Gij iets gemeen hebben met de zetel van onrecht, Die onheil sticht op gezag van de wet; | |