PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 113
Psal | NlCanisi | 113:5 | Zee, wat was er, dat gij gingt vluchten, Jordaan, dat gij achteruit zijt geweken; | |
Psal | NlCanisi | 113:15 | Hun handen kunnen niet tasten, Hun voeten niet gaan; Ze geven geen geluid met hun keel, En hebben geen adem in hun mond. | |
Psal | NlCanisi | 113:19 | Die Jahweh vrezen, blijven op Jahweh vertrouwen: Hij is hun hulp en hun schild! | |
Psal | NlCanisi | 113:20 | En Jahweh zal ons gedenken, Ons zijn zegen verlenen: Het huis van Israël zegenen, Het huis van Aäron zegenen, | |
Psal | NlCanisi | 113:24 | De hemel blijft de hemel van Jahweh, Maar de aarde gaf Hij aan de kinderen der mensen. | |
Psal | NlCanisi | 113:25 | De doden zullen Jahweh niet prijzen, Niemand, die in het oord van Stilte is gedaald: | |