PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 87
Psal | NlCanisi | 87:1 | Een lied; een psalm van de zonen van Kore. Voor muziekbegeleiding; met de fluit. Een klaag- en leerdicht van Heman, den Ezrachiet. | |
Psal | NlCanisi | 87:2 | Jahweh, mijn God, overdag roep ik om hulp, En schrei des nachts voor uw aanschijn. | |
Psal | NlCanisi | 87:5 | Men telt mij bij hen, die ten grave dalen, Ik ben als een man, aan het eind van zijn kracht. | |
Psal | NlCanisi | 87:6 | Ik ben als de doden verstoten, Als lijken, die in het graf zijn gelegd: Aan wie Gij niet langer meer denkt, En die aan uw hand zijn onttrokken. | |
Psal | NlCanisi | 87:7 | Gij hebt mij in de diepe grafkuil gestort, In duisternis en in de schaduw des doods; | |
Psal | NlCanisi | 87:9 | Gij hebt mijn vrienden van mij vervreemd, En ze van mij laten walgen; Ik zit in de knel, en kan er niet uit, | |
Psal | NlCanisi | 87:10 | Mijn oog versmacht van ellende. De ganse dag, Jahweh, roep ik U aan, En strek mijn handen naar U uit: | |
Psal | NlCanisi | 87:11 | Of doet Gij aan de doden nog wonderen, Staan de schimmen soms op, om U te loven? | |
Psal | NlCanisi | 87:13 | Zal men in de duisternis uw wondermacht kennen, Uw gerechtigheid in het land van vergeten? | |
Psal | NlCanisi | 87:16 | Van jongsaf ben ik in ellende en zorgen gedompeld, Ik ben radeloos onder de last van uw plagen; | |