PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 105
Psal | NlCanisi | 105:4 | Wees ons indachtig, o Jahweh, Om uw liefde voor uw volk; Zoek ons op met uw heil, | |
Psal | NlCanisi | 105:5 | Opdat wij het geluk uwer vrienden aanschouwen, Met uw blijde volk ons verblijden, Met uw erfdeel mogen roemen! | |
Psal | NlCanisi | 105:6 | Ach, wij hebben gezondigd met onze vaderen, Wij hebben misdreven en kwaad gedaan! | |
Psal | NlCanisi | 105:7 | Onze vaderen in Egypte Hebben al niet op uw wonderen gelet; En zonder aan uw talrijke gunsten te denken, Zich bij de Rode Zee tegen den Allerhoogste verzet! | |
Psal | NlCanisi | 105:9 | Hij bedreigde de Rode Zee, ze liep droog, Hij leidde hen tussen de golven als door een uitgedroogd land. | |
Psal | NlCanisi | 105:10 | Hij redde hen uit de hand van hun haters, Verloste hen uit de macht van hun vijand; | |
Psal | NlCanisi | 105:13 | Maar spoedig waren ze weer zijn werken vergeten, En wachtten zijn raadsbesluiten niet af; | |
Psal | NlCanisi | 105:14 | Ze gaven zich in de woestijn aan hun gulzigheid over, En stelden God op de proef in de steppe. | |
Psal | NlCanisi | 105:16 | Daarna werden ze in hun kamp afgunstig op Moses, En op Aäron, aan Jahweh gewijd. | |
Psal | NlCanisi | 105:23 | En zeker had Hij hun verdelging beslist, Als Moses, zijn geliefde, er niet was geweest; Maar deze stelde zich tegen Hem in de bres, Om Hem te weerhouden, hen in zijn toorn te vernielen. | |
Psal | NlCanisi | 105:24 | Later versmaadden ze het heerlijke land, En sloegen geen geloof aan zijn woord; | |
Psal | NlCanisi | 105:28 | Dan weer koppelden ze zich aan Báal-Peor, En aten de offers van levenloze wezens; | |
Psal | NlCanisi | 105:32 | Ook bij de wateren van Meriba hebben ze Hem getergd, En ging het Moses om hunnentwil slecht: | |
Psal | NlCanisi | 105:33 | Want ze hadden zijn stemming verbitterd, Zodat hem onbezonnen woorden ontsnapten. | |
Psal | NlCanisi | 105:38 | Ze gingen onschuldig bloed vergieten, Het bloed van hun zonen en dochters; Ze offerden het aan de beelden van Kanaän, En het land werd door hun bloedschuld ontwijd. | |
Psal | NlCanisi | 105:39 | Zo bezoedelden ze zich door eigen maaksels, En dreven overspel met het werk hunner handen! | |
Psal | NlCanisi | 105:43 | En al bracht Hij hun telkens verlossing, Ze bleven in hun opstand volharden! Maar werden ze door hun misdaad vermorzeld, | |
Psal | NlCanisi | 105:45 | Dan was Hij voor hen zijn verbond weer indachtig, Had deernis met hen naar zijn grote ontferming; | |
Psal | NlCanisi | 105:47 | Ach, red ons Jahweh, onze God, En breng ons uit het land der heidenen samen: Opdat wij uw heilige Naam mogen danken, En uw heerlijkheid prijzen! | |