PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 63
Psal | NlCanisi | 63:2 | Hoor, o God, mijn luid gejammer, Bevrijd mijn leven van de schrik voor den vijand; | |
Psal | NlCanisi | 63:4 | Want ze scherpen hun tong als een zwaard, Richten als pijlen hun bittere woorden; | |
Psal | NlCanisi | 63:5 | En om in het geniep den onschuldige te treffen, Leggen ze onverhoeds en onvervaard op hem aan. | |
Psal | NlCanisi | 63:6 | Ze stellen hun boze plannen vast, En overleggen, hoe hun strikken te zetten; Ze zeggen: Wie ziet het; | |
Psal | NlCanisi | 63:7 | Wie achterhaalt onze streken? We zijn met onze plannen gereed, De list is gelukt! Het binnenste van iederen mens is een graf, Een afgrond zijn hart! | |
Psal | NlCanisi | 63:10 | En allen zullen vol diep ontzag Gods daden verkonden, Erkennen, dat het zijn werk is geweest; | |