PSALMS
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
Chapter 74
Psal | DutSVV | 74:1 | Een onderwijzing, voor Asaf. O God! waarom verstoot Gij in eeuwigheid? Waarom zou Uw toorn roken tegen de schapen Uwer weide? | |
Psal | DutSVV | 74:2 | Gedenk aan Uw vergadering, die Gij van ouds verworven hebt; de roede Uwer erfenis, die Gij verlost hebt; den berg Sion, waarop Gij gewoond hebt. | |
Psal | DutSVV | 74:3 | Hef Uw voeten op tot de eeuwige verwoestingen; de vijand heeft alles in het heiligdom verdorven. | |
Psal | DutSVV | 74:4 | Uw wederpartijders hebben in het midden van Uw vergaderplaatsen gebruld; zij hebben hun tekenen tot tekenen gesteld. | |
Psal | DutSVV | 74:5 | Een ieder werd er bekend als een, die de bijlen omhoog aanbrengt in de dichtigheid van een geboomte. | |
Psal | DutSVV | 74:6 | Alzo hebben zij nu derzelver graveerselen samen met houwelen en beukhamers in stukken geslagen. | |
Psal | DutSVV | 74:7 | Zij hebben Uw heiligdommen in het vuur gezet; ter aarde toe hebben zij de woning Uws Naams ontheiligd. | |
Psal | DutSVV | 74:8 | Zij hebben in hun hart gezegd: Laat ze ons te zamen uitplunderen; zij hebben alle Gods vergaderplaatsen in het land verbrand. | |
Psal | DutSVV | 74:9 | Wij zien onze tekenen niet; er is geen profeet meer, noch iemand bij ons, die weet, hoe lang. | |
Psal | DutSVV | 74:10 | Hoe lang, o God! zal de wederpartijder smaden? Zal de vijand Uw Naam in eeuwigheid lasteren? | |
Psal | DutSVV | 74:11 | Waarom trekt Gij Uw hand, ja, Uw rechterhand af? Trek haar uit het midden van Uw boezem; maak een einde. | |
Psal | DutSVV | 74:12 | Evenwel is God mijn Koning van ouds af, Die verlossingen werkt in het midden der aarde. | |
Psal | DutSVV | 74:13 | Gij hebt door Uw sterkte de zee gespleten; Gij hebt de koppen der draken in de wateren verbroken. | |
Psal | DutSVV | 74:14 | Gij hebt de koppen des Leviathans verpletterd; Gij hebt hem tot spijs gegeven aan het volk in dorre plaatsen. | |
Psal | DutSVV | 74:18 | Gedenk hieraan; de vijand heeft den HEERE gesmaad, en een dwaas volk heeft Uw Naam gelasterd. | |
Psal | DutSVV | 74:19 | Geef aan het wild gedierte de ziel Uwer tortelduif niet over; vergeet den hoop Uwer ellendigen niet in eeuwigheid. | |
Psal | DutSVV | 74:20 | Aanschouw het verbond; want de duistere plaatsen des lands zijn vol woningen van geweld. | |
Psal | DutSVV | 74:21 | Laat den verdrukte niet beschaamd wederkeren; laat den ellendige en nooddruftige Uw Naam prijzen. | |
Psal | DutSVV | 74:22 | Sta op, o God! twist Uw twistzaak; gedenk der smaadheid, die U van den dwaze wedervaart den gansen dag. | |