Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
PSALMS
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 89
Psal DutSVV 89:2  Ik zal de goedertierenheid des HEEREN eeuwiglijk zingen; ik zal Uw waarheid met mijn mond bekend maken, van geslacht tot geslacht.
Psal DutSVV 89:3  Want ik heb gezegd: Uw goedertierenheid zal eeuwiglijk gebouwd worden; in de hemelen zelve hebt Gij Uw waarheid bevestigd, zeggende:
Psal DutSVV 89:4  Ik heb een verbond gemaakt met Mijn uitverkorene; Ik heb Mijn knecht David gezworen:
Psal DutSVV 89:5  Ik zal uw zaad tot in eeuwigheid bevestigen, en uw troon opbouwen van geslacht tot geslacht. Sela.
Psal DutSVV 89:6  Dies loven de hemelen Uw wonderen, o HEERE! ook is Uw getrouwheid in de gemeente der heiligen.
Psal DutSVV 89:7  Want wie mag in den hemel tegen den HEERE geschat worden? Wie is den HEERE gelijk, onder de kinderen der sterken?
Psal DutSVV 89:8  God is grotelijks geducht in den raad der heiligen, en vreselijk boven allen, die rondom Hem zijn.
Psal DutSVV 89:9  O HEERE, God der heirscharen! wie is als Gij, grootmachtig, o HEERE! en Uw getrouwheid is rondom U.
Psal DutSVV 89:10  Gij heerst over de opgeblazenheid der zee; wanneer haar baren zich verheffen, zo stilt Gij ze.
Psal DutSVV 89:11  Gij hebt Rahab verbrijzeld als een verslagene; Gij hebt Uw vijanden verstrooid met den arm Uwer sterkte.
Psal DutSVV 89:12  De hemel is Uwe, ook is de aarde Uwe; de wereld en haar volheid, die hebt Gij gegrond.
Psal DutSVV 89:13  Het noorden en het zuiden, die hebt Gij geschapen; Thabor en Hermon juichen in Uw Naam.
Psal DutSVV 89:14  Gij hebt een arm met macht; Uw hand is sterk, Uw rechterhand is hoog.
Psal DutSVV 89:15  Gerechtigheid en gericht zijn de vastigheid Uws troons; goedertierenheid en waarheid gaan voor Uw aanschijn henen.
Psal DutSVV 89:16  Welgelukzalig is het volk, hetwelk het geklank kent; o HEERE! zij zullen in het licht Uws aanschijns wandelen.
Psal DutSVV 89:17  Zij zullen zich den gansen dag verheugen in Uw Naam, en door Uw gerechtigheid verhoogd worden.
Psal DutSVV 89:18  Want Gij zijt de heerlijkheid hunner sterkte; en door Uw welbehagen zal onze hoorn verhoogd worden.
Psal DutSVV 89:19  Want ons schild is van den HEERE, en onze koning is van den Heilige Israels.
Psal DutSVV 89:20  Toen hebt Gij in een gezicht gesproken van Uw heilige, en gezegd: Ik heb hulp besteld bij een held; Ik heb een verkorene uit het volk verhoogd.
Psal DutSVV 89:21  Ik heb David, Mijn knecht, gevonden; met Mijn heilige olie heb Ik hem gezalfd;
Psal DutSVV 89:22  Met welken Mijn hand vast blijven zal; ook zal hem Mijn arm versterken.
Psal DutSVV 89:23  De vijand zal hem niet dringen, en de zoon der ongerechtigheid zal hem niet onderdrukken.
Psal DutSVV 89:24  Maar Ik zal zijn wederpartijders verpletteren voor zijn aangezicht, en die hem haten, zal Ik plagen.
Psal DutSVV 89:25  En Mijn getrouwheid en Mijn goedertierenheid zullen met hem zijn; en zijn hoorn zal in Mijn Naam verhoogd worden.
Psal DutSVV 89:26  En Ik zal zijn hand in de zee zetten, en zijn rechterhand in de rivieren.
Psal DutSVV 89:27  Hij zal Mij noemen: Gij zijt mijn Vader! mijn God, en de Rotssteen mijns heils!
Psal DutSVV 89:28  Ook zal Ik hem ten eerstgeborenen zoon stellen, ten hoogste over de koningen der aarde.
Psal DutSVV 89:29  Ik zal hem Mijn goedertierenheid in eeuwigheid houden, en Mijn verbond zal hem vast blijven.
Psal DutSVV 89:30  En Ik zal zijn zaad in eeuwigheid zetten, en zijn troon als de dagen der hemelen.
Psal DutSVV 89:31  Indien zijn kinderen Mijn wet verlaten, en in Mijn rechten niet wandelen;
Psal DutSVV 89:32  Indien zij Mijn inzettingen ontheiligen, en Mijn geboden niet houden;
Psal DutSVV 89:33  Zo zal Ik hun overtreding met de roede bezoeken, en hun ongerechtigheid met plagen.
Psal DutSVV 89:34  Maar Mijn goedertierenheid zal Ik van hem niet wegnemen, en in Mijn getrouwheid niet feilen.
Psal DutSVV 89:35  Ik zal Mijn verbond niet ontheiligen, en hetgeen uit Mijn lippen gegaan is, zal Ik niet veranderen.
Psal DutSVV 89:36  Ik heb eens gezworen bij Mijn heiligheid: Zo Ik aan David liege!
Psal DutSVV 89:37  Zijn zaad zal in der eeuwigheid zijn, en zijn troon zal voor Mij zijn gelijk de zon.
Psal DutSVV 89:38  Hij zal eeuwiglijk bevestigd worden, gelijk de maan; en de Getuige in den hemel is getrouw. Sela.
Psal DutSVV 89:39  Maar Gij hebt hem verstoten en verworpen; Gij zijt verbolgen geworden tegen Uw gezalfde.
Psal DutSVV 89:40  Gij hebt het verbond Uws knechts te niet gedaan; Gij hebt zijn kroon ontheiligd tegen de aarde.
Psal DutSVV 89:41  Gij hebt al zijn muren doorgebroken; Gij hebt zijn vestingen nedergeworpen.
Psal DutSVV 89:42  Allen, die den weg voorbijgingen, hebben hem beroofd; zijn naburen is hij tot een smaad geweest.
Psal DutSVV 89:43  Gij hebt de rechterhand zijner wederpartijders verhoogd; Gij hebt al zijn vijanden verblijd.
Psal DutSVV 89:44  Gij hebt ook de scherpte zijns zwaards omgekeerd, en hebt hem niet staande gehouden in den strijd.
Psal DutSVV 89:45  Gij hebt zijn schoonheid doen ophouden; en Gij hebt zijn troon ter aarde nedergestoten.
Psal DutSVV 89:46  Gij hebt de dagen zijner jeugd verkort; Gij hebt hem met schaamte overdekt. Sela.
Psal DutSVV 89:47  Hoe lang, o HEERE! zult Gij U steeds verbergen, zal Uw grimmigheid branden als een vuur?
Psal DutSVV 89:48  Gedenk van hoedanige eeuw ik ben; waarom zoudt Gij aller mensenkinderen tevergeefs geschapen hebben?
Psal DutSVV 89:49  Wat man leeft er, die den dood niet zien zal, die zijn ziel zal bevrijden van het geweld des grafs? Sela.
Psal DutSVV 89:50  HEERE! waar zijn Uw vorige goedertierenheden, die Gij David gezworen hebt bij Uw trouw?
Psal DutSVV 89:51  Gedenk, HEERE! aan de smaad Uwer knechten, dien ik in mijn boezem draag, van alle grote volken.
Psal DutSVV 89:52  Waarmede, o HEERE! Uw vijanden smaden, waarmede zij de voetstappen Uws gezalfden smaden. Geloofd zij de HEERE in eeuwigheid! Amen, ja, amen.