Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
JOB
Prev Up Next
Chapter 8
Job DutSVVA 8:2  Hoe lang zult gij deze dingen spreken, en de redenen uws monds een geweldige wind zijn?
Job DutSVVA 8:3  Zou dan God het recht verkeren, en zou de Almachtige de gerechtigheid verkeren?
Job DutSVVA 8:4  Indiën uw kinderen gezondigd hebben tegen Hem, Hij heeft hen ook in de hand hunner overtreding geworpen.
Job DutSVVA 8:5  Maar indien gij naar God vroeg zoekt, en tot den Almachtige om genade bidt;
Job DutSVVA 8:6  Zo gij zuiver en recht zijt, gewisselijk zal Hij nu opwaken, om uwentwil, en Hij zal de woning uwer gerechtigheid volmaken.
Job DutSVVA 8:7  Uw beginsel zal wel gering zijn; maar uw laatste zal zeer vermeerderd worden.
Job DutSVVA 8:8  Want vraag toch naar het vorige geslacht, en bereid u tot de onderzoeking hunner vaderen.
Job DutSVVA 8:9  Want wij zijn van gisteren en weten niet; dewijl onze dagen op de aarde een schaduw zijn.
Job DutSVVA 8:10  Zullen die u niet leren, tot u spreken, en uit hun hart redenen voortbrengen?
Job DutSVVA 8:11  Verheft zich de bieze zonder slijk? Groeit het rietgras zonder water?
Job DutSVVA 8:12  Als het nog in zijn groenigheid is, hoewel het niet afgesneden wordt, nochtans verdort het voor alle gras.
Job DutSVVA 8:13  Alzo zijn de paden van allen, die God vergeten; en de verwachting des huichelaars zal vergaan.
Job DutSVVA 8:14  Van denwelke zijn hoop walgen zal; en zijn vertrouwen zal zijn een huis der spinnekop.
Job DutSVVA 8:15  Hij zal op zijn huis leunen, maar het zal niet bestaan; hij zal zich daaraan vasthouden, maar het zal niet staande blijven.
Job DutSVVA 8:16  Hij is sappig voor de zon, en zijn scheuten gaan over zijn hof uit.
Job DutSVVA 8:17  Zijn wortelen worden bij de springader ingevlochten; hij ziet een stenige plaats.
Job DutSVVA 8:18  Maar als God hem verslindt uit zijn plaats, zo zal zij hem loochenen, zeggende: Ik heb u niet gezien.
Job DutSVVA 8:19  Zie, dat is de vreugde zijns wegs; en uit het stof zullen anderen voortspruiten.
Job DutSVVA 8:20  Zie, God zal den oprechte niet verwerpen; Hij vat ook de boosdoeners niet bij de hand;
Job DutSVVA 8:21  Totdat Hij uw mond met gelach vervulle, en uw lippen met gejuich.
Job DutSVVA 8:22  Uw haters zullen met schaamte bekleed worden; en de tent der goddelozen zal niet meer zijn.