PROVERBS
Chapter 7
Prov | NlCanisi | 7:2 | Onderhoud mijn geboden, opdat ge moogt leven, Let op mijn wenken als op de appel van uw oog. | |
Prov | NlCanisi | 7:5 | Opdat ze u behoeden voor een vreemde vrouw, Voor een onbekende met haar gladde taal. | |
Prov | NlCanisi | 7:7 | Lette ik op het onervaren volk, En zag onder de jongemannen een onverstandigen knaap. | |
Prov | NlCanisi | 7:8 | Hij ging langs de straat, dicht bij haar hoek, En sloeg de richting in naar haar huis, | |
Prov | NlCanisi | 7:11 | Wat ziet ze er losbandig en lichtzinnig uit, In huis kunnen haar voeten het niet houden; | |
Prov | NlCanisi | 7:13 | Ze grijpt hem vast, geeft hem een kus, En zegt tot hem met een onbeschaamd gezicht: | |
Prov | NlCanisi | 7:20 | Een buidel geld heeft hij bij zich gestoken, Dus komt hij met volle maan pas terug. | |
Prov | NlCanisi | 7:22 | Daar loopt de sukkel met haar mee, Als een stier, die naar de slachtbank gaat; Als een hert, dat huppelt naar het net, | |
Prov | NlCanisi | 7:23 | Totdat een pijl hem het hart doorboort; Als een vogel, die scheert naar de strik, En niet vermoedt, dat het om zijn leven gaat. | |