PROVERBS
Chapter 23
Prov | NlCanisi | 23:5 | Zodra ge uw zinnen daarop zet, Is hij al heen! Want hij maakt zich vleugels, En vliegt als een arend de lucht in. | |
Prov | NlCanisi | 23:7 | Want het is iemand, die bij zichzelf zit te rekenen, Die "Eet en drink" tot u zegt, maar het niet meent. | |
Prov | NlCanisi | 23:8 | De spijs, die ge gegeten hebt, spuwt ge weer uit, En uw vriendelijke woorden hebt ge verspild. | |
Prov | NlCanisi | 23:13 | Ge moet een knaap geen vermaning sparen, Al slaat ge hem met een stok, hij gaat er niet van dood; | |
Prov | NlCanisi | 23:14 | Want als ge hem met een stok hebt geslagen, Hebt ge hem van de onderwereld gered. | |
Prov | NlCanisi | 23:17 | Laat uw hart niet jaloers zijn op zondaars, Maar ijveren voor de vrees voor Jahweh, iedere dag; | |
Prov | NlCanisi | 23:18 | Als ge die bewaart, is er toekomst, En zal uw verwachting niet worden beschaamd. | |
Prov | NlCanisi | 23:22 | Luister naar uw vader, die u heeft verwekt, Minacht uw moeder niet, als ze oud is geworden. | |
Prov | NlCanisi | 23:24 | Innig verheugt zich de vader van een rechtschapene, Wie een wijze baarde, beleeft genoegen aan hem: | |
Prov | NlCanisi | 23:25 | Zo moge uw vader zich over u verheugen, Zij zich verblijden, die u ter wereld bracht. | |
Prov | NlCanisi | 23:29 | Waar klinkt ach, en waar klinkt wee; Waar heerst twist, waar nijpen de zorgen? Waar worden zonder reden wonden geslagen, Waar worden de blikken beneveld? | |
Prov | NlCanisi | 23:31 | Zie niet om naar de wijn, hoe rood hij is, Hoe hij fonkelt in het glas. Wel glijdt hij zachtjes naar binnen, Vloeiend langs lippen en tanden. | |