NlCanisius1939 - Ephesians - 5

5:1  Weest dus navolgers van God, als zijn geliefde kinderen;

5:2  en leeft in liefde, zoals ook Christus u heeft liefgehad en Zich voor ons heeft gegeven als gave en offer, tot een lieflijke geur voor God.

5:3  Van ontucht, alle soort van onreinheid en hebzucht mag onder u zelfs geen sprake meer zijn, zoals dit heiligen betaamt;

5:4  evenmin van vuile taal, zotteklap of spotternij. Deze dingen betamen niet; een dankgebed betaamt veel meer.

5:5  Weet wel: geen ontuchtige, onreine of hebzuchtige bezit een erfdeel in het koninkrijk van Christus en van God; zo iemand staat met een afgodendienaar gelijk.

5:6  Laat niemand u met holle woorden bedriegen; want daarom juist komt Gods toorn over de kinderen der ongehoorzaamheid.

5:7  Wordt dus hun medeplichtigen niet!

5:8  Vroeger waart gij duisternis, thans zijt gij licht in den Heer; gedraagt u dan ook als kinderen van het licht.

5:9  Want de vrucht van het licht bestaat in allerlei goedheid, gerechtigheid en waarheid.

5:10  Onderzoekt wat welbehaaglijk is aan den Heer,

5:11  en neemt geen deel aan de onvruchtbare werken der duisternis; maar keurt ze af.

5:12  Want wat door hen in het geheim wordt gedaan, is te schandelijk zelfs om het te noemen.

5:13  Alles echter wat afkeurenswaardig is, wordt openbaar gemaakt door het licht; want het licht maakt alles openbaar.

5:14  Daarom wordt er gezegd: "Ontwaak, gij slaper; Sta op uit de doden, En Christus zal over u lichten!"

5:15  Ziet dus nauwlettend toe, hoe ge u gedraagt: niet als dwazen, maar als wijzen;

5:16  benut de gunstige gelegenheid, want de tijden zijn boos.

5:17  Weest daarom niet onverstandig, maar tracht de wil des Heren te verstaan.

5:18  Bedrinkt u niet aan de wijn, want dit voert tot losbandigheid; maar wordt vol van den Geest.

5:19  Spreekt tot elkander in psalmen, lofzangen en geestelijke liederen; zingt en juicht in uw hart voor den Heer;

5:20  betuigt zonder ophouden voor alles uw dank aan God en den Vader, in de naam van Jesus Christus onzen Heer.

5:21  Weest elkander onderdanig in de vreze van Christus.

5:22  Gij vrouwen, weest onderdanig aan uw mannen, als aan den Heer.

5:23  Want de man is het hoofd van de vrouw, zoals Christus het Hoofd is der Kerk, Hij die de Verlosser is van het Lichaam.

5:24  Welnu, zoals de Kerk onderdanig is aan Christus, zo moeten in alles de vrouwen het zijn aan haar mannen.

5:25  Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, zoals ook Christus de Kerk heeft bemind. Hij heeft Zich voor haar overgeleverd:

5:26  om haar te heiligen en te reinigen door het Waterbad, vergezeld van het woord;

5:27  om Zich een heerlijke Kerk te bereiden, zonder vlek of rimpel of iets van die aard, maar heilig en zonder enige smet.

5:28  Zo moeten ook de mannen hun vrouwen liefhebben als hun eigen lichaam; wie zijn vrouw bemint, heeft zichzelf lief.

5:29  Welnu, niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat; maar hij voedt en verzorgt het, zoals ook Christus het doet met de Kerk,

5:30  omdat we de ledematen zijn van zijn Lichaam.

5:31  "Daarom zal de man vader en moeder verlaten, en zich hechten aan zijn vrouw; en die twee zullen één vlees worden",

5:32  Dit geheim is groot; ik bedoel: zijn verhouding tot Christus en de Kerk.

5:33  Maar hoe het ook zij: ieder van u moet zijn vrouw liefhebben als zichzelf, en de vrouw moet eerbied hebben voor den man.