PROVERBS
Chapter 7
Prov | DutSVVA | 7:5 | Opdat zij u bewaren voor een vreemde vrouw, voor de onbekende, die met haar redenen vleit. | |
Prov | DutSVVA | 7:7 | En ik zag onder de slechten; ik merkte onder de jonge gezellen een verstandelozen jongeling; | |
Prov | DutSVVA | 7:8 | Voorbijgaande op de straat, nevens haar hoek, en hij trad op den weg van haar huis. | |
Prov | DutSVVA | 7:10 | En ziet, een vrouw ontmoette hem in hoerenversiersel, en met het hart op haar hoede; | |
Prov | DutSVVA | 7:13 | En zij greep hem aan, en kuste hem; zij sterkte haar aangezicht, en zeide tot hem: | |
Prov | DutSVVA | 7:15 | Daarom ben ik uitgegaan u tegemoet, om uw aangezicht naarstiglijk te zoeken, en ik heb u gevonden. | |
Prov | DutSVVA | 7:16 | Ik heb mijn bedstede met tapijtsieraad toegemaakt, met uitgehouwen werken, met fijn linnen van Egypte; | |
Prov | DutSVVA | 7:18 | Kom, laat ons dronken worden van minnen tot den morgen toe; laat ons ons vrolijk maken in grote liefde. | |
Prov | DutSVVA | 7:20 | Hij heeft een bundel gelds in zijn hand genomen; ten bestemden dage zal hij naar zijn huis komen. | |
Prov | DutSVVA | 7:21 | Zij bewoog hem door de veelheid van haar onderricht, zij dreef hem aan door het gevlei harer lippen. | |
Prov | DutSVVA | 7:22 | Hij ging haar straks achterna, gelijk een os ter slachting gaat, en gelijk een dwaas tot de tuchtiging der boeien. | |
Prov | DutSVVA | 7:23 | Totdat hem de pijl zijn lever doorsneed; gelijk een vogel zich haast naar den strik, en niet weet, dat dezelve tegen zijn leven is. | |