Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
HEBREWS
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13
Prev Up Next Toggle notes
Chapter 10
Hebr DutSVVA 10:1  Want de wet, hebbende een schaduw der toekomende goederen, niet het beeld zelf der zaken, kan met dezelfde offeranden, die zij alle jaren geduriglijk opofferen, nimmermeer heiligen degenen, die daar toegaan.
Hebr DutSVVA 10:2  Anderszins zouden zij opgehouden hebben, geofferd te worden, omdat degenen, die den dienst pleegden, geen geweten meer zouden hebben der zonden, eenmaal gereinigd geweest zijnde;
Hebr DutSVVA 10:3  Maar nu geschiedt in dezelve alle jaren weder gedachtenis der zonden.
Hebr DutSVVA 10:4  Want het is onmogelijk, dat het bloed van stieren en bokken de zonden wegneme.
Hebr DutSVVA 10:5  Daarom, komende in de wereld, zegt Hij: Slachtoffer en offerande hebt Gij niet gewild, maar Gij hebt Mij het lichaam toebereid;
Hebr DutSVVA 10:6  Brandofferen en offer voor de zonde hebben U niet behaagd.
Hebr DutSVVA 10:7  Toen sprak Ik: Zie, Ik kom ( in het begin des boeks is van Mij geschreven), om Uw wil te doen, o God!
Hebr DutSVVA 10:8  Als Hij te voren gezegd had: Slachtoffer, en offerande, en brandoffers, en offer voor de zonde hebt Gij niet gewild, noch hebben U behaagd ( dewelke naar de wet geofferd worden);
Hebr DutSVVA 10:9  Toen sprak Hij: Zie, Ik kom, om Uw wil te doen, o God! Hij neemt het eerste weg, om het tweede te stellen.
Hebr DutSVVA 10:10  In welken wil wij geheiligd zijn, door de offerande des lichaams van Jezus Christus, eenmaal geschied.
Hebr DutSVVA 10:11  En een iegelijk priester stond wel alle dagen dienende, en dezelfde slachtofferen dikmaals offerende, die de zonden nimmermeer kunnen wegnemen;
Hebr DutSVVA 10:12  Maar Deze, een slachtoffer voor de zonden geofferd hebbende, is in eeuwigheid gezeten aan de rechter hand Gods;
Hebr DutSVVA 10:13  Voorts verwachtende, totdat Zijn vijanden gesteld worden tot een voetbank Zijner voeten.
Hebr DutSVVA 10:14  Want met een offerande heeft Hij in eeuwigheid volmaakt degenen, die geheiligd worden.
Hebr DutSVVA 10:16  Want nadat Hij te voren gezegd had: Dit is het verbond, dat Ik met hen maken zal na die dagen, zegt de Heere: Ik zal Mijn wetten geven in hun harten, en Ik zal die inschrijven in hun verstanden;
Hebr DutSVVA 10:17  En hun zonden en hun ongerechtigheden zal Ik geenszins meer gedenken.
Hebr DutSVVA 10:18  Waar nu vergeving derzelve is, daar is geen offerande meer voor de zonde.
Hebr DutSVVA 10:19  Dewijl wij dan, broeders, vrijmoedigheid hebben, om in te gaan in het heiligdom door het bloed van Jezus,
Hebr DutSVVA 10:20  Op een versen en levenden weg, welken Hij ons ingewijd heeft door het voorhangsel, dat is, door Zijn vlees;
Hebr DutSVVA 10:21  En dewijl wij hebben een groten Priester over het huis Gods;
Hebr DutSVVA 10:22  Zo laat ons toegaan met een waarachtig hart, in volle verzekerdheid des geloofs, onze harten gereinigd zijnde van het kwaad geweten, en het lichaam gewassen zijnde met rein water.
Hebr DutSVVA 10:23  Laat ons de onwankelbare belijdenis der hoop vast houden; ( want Die het beloofd heeft, is getrouw);
Hebr DutSVVA 10:24  En laat ons op elkander acht nemen, tot opscherping der liefde en der goede werken;
Hebr DutSVVA 10:25  En laat ons onze onderlinge bijeenkomst niet nalaten, gelijk sommigen de gewoonte hebben, maar elkander vermanen; en dat zoveel te meer, als gij ziet, dat de dag nadert.
Hebr DutSVVA 10:26  Want zo wij willens zondigen, nadat wij de kennis der waarheid ontvangen hebben, zo blijft er geen slachtoffer meer over voor de zonden;
Hebr DutSVVA 10:27  Maar een schrikkelijke verwachting des oordeels, en hitte des vuurs, dat de tegenstanders zal verslinden.
Hebr DutSVVA 10:28  Als iemand de wet van Mozes heeft te niet gedaan, die sterft zonder barmhartigheid, onder twee of drie getuigen;
Hebr DutSVVA 10:29  Hoeveel te zwaarder straf, meent gij, zal hij waardig geacht worden, die den Zoon van God vertreden heeft, en het bloed des testaments onrein geacht heeft, waardoor hij geheiligd was, en den Geest der genade smaadheid heeft aangedaan?
Hebr DutSVVA 10:30  Want wij kennen Hem, Die gezegd heeft: Mijn is de wraak, Ik zal het vergelden, spreekt de Heere. En wederom: De Heere zal Zijn volk oordelen.
Hebr DutSVVA 10:31  Vreselijk is het te vallen in de handen des levenden Gods.
Hebr DutSVVA 10:32  Doch gedenkt de vorige dagen, in dewelke, nadat gij verlicht zijt geweest, gij veel strijd des lijdens hebt verdragen.
Hebr DutSVVA 10:33  Ten dele, als gij door smaadheden en verdrukkingen een schouwspel geworden zijt; en ten dele, als gij gemeenschap gehad hebt met degenen, die alzo behandeld werden.
Hebr DutSVVA 10:34  Want gij hebt ook over mijn banden medelijden gehad, en de roving uwer goederen met blijdschap aangenomen, wetende, dat gij hebt in uzelven een beter en blijvend goed in de hemelen.
Hebr DutSVVA 10:35  Werpt dan uw vrijmoedigheid niet weg, welke een grote vergelding des loons heeft.
Hebr DutSVVA 10:36  Want gij hebt lijdzaamheid van node, opdat gij, den wil van God gedaan hebbende, de beloftenis moogt wegdragen;
Hebr DutSVVA 10:37  Want: Nog een zeer weinig tijds en Hij, Die te komen staat, zal komen, en niet vertoeven.
Hebr DutSVVA 10:38  Maar de rechtvaardige zal uit het geloof leven; en zo iemand zich onttrekt, Mijn ziel heeft in hem geen behagen.
Hebr DutSVVA 10:39  Maar wij zijn niet van degenen, die zich onttrekken ten verderve, maar van degenen, die geloven tot behouding der ziel.