MATTHEW
Chapter 23
Matt | NlCanisi | 23:3 | Onderhoudt en doet dus alles, wat ze u zeggen; maar handelt niet naar hun werken. Want ze zeggen het wel, maar ze doen het niet. | |
Matt | NlCanisi | 23:4 | Ze binden zware en ondragelijke lasten bijeen, en leggen die op de schouders der mensen; maar zelf willen ze die met hun vinger niet aanraken. | |
Matt | NlCanisi | 23:5 | Al hun werken verrichten ze om door de mensen opgemerkt te worden; ze maken hun gebedsriemen breed, en hun mantelkwasten groot. | |
Matt | NlCanisi | 23:6 | Ze zijn op de eerste plaatsen bij feestmalen belust, op de eerste zetels in de synagogen, | |
Matt | NlCanisi | 23:7 | en op de begroetingen op de markt, en willen door de mensen rabbi worden genoemd. | |
Matt | NlCanisi | 23:8 | Neen, laat u geen rabbi noemen; want één is uw Meester, en allen zijt ge broeders. | |
Matt | NlCanisi | 23:12 | Maar wie zich verheft, zal worden vernederd; wie zich vernedert, zal worden verheven. | |
Matt | NlCanisi | 23:13 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die het rijk der hemelen sluit voor de mensen. Want gij gaat er zelf niet in; en hen die er in willen, laat gij niet binnengaan. | |
Matt | NlCanisi | 23:14 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die het goed der weduwen verslindt onder het vertoon van lange gebeden. Daarom zult gij zo streng worden geoordeeld. | |
Matt | NlCanisi | 23:15 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die land en zee doorkruist, om één enkelen bekeerling te maken; maar als hij het geworden is, maakt gij hem tot een kind der hel, tweemaal erger dan gijzelf. | |
Matt | NlCanisi | 23:16 | Wee u, blinde leiders, die zegt: Heeft iemand gezworen bij de tempel, dan is het niets; maar die zweert bij het goud van de tempel, is gebonden. | |
Matt | NlCanisi | 23:17 | Dwazen en verblinden! Wat toch is meer, het goud of de tempel, waardoor het goud wordt geheiligd? | |
Matt | NlCanisi | 23:18 | En: zweert men bij het altaar, dan is het niets; maar zweert men bij de offergave, die er op ligt, dan is men gebonden. | |
Matt | NlCanisi | 23:19 | Verblinden! Wat toch is meer: de offergave of het altaar, waardoor de offergave wordt geheiligd? | |
Matt | NlCanisi | 23:22 | En wie zweert bij de hemel, zweert bij Gods troon, en bij Hem, die erop is gezeten. | |
Matt | NlCanisi | 23:23 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die tienden betaalt van muntkruid, anijs en komijn; maar die nalatig zijt in het voornaamste deel van de wet: rechtvaardigheid, barmhartigheid en goede trouw. Dit moet men doen, en het andere niet laten. | |
Matt | NlCanisi | 23:25 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die de beker en de schotel van buiten reinigt, terwijl ze van binnen vol schraapzucht en onmatigheid zijn. | |
Matt | NlCanisi | 23:26 | Blinde farizeën; reinigt eerst de beker en de schotel van binnen, opdat ook de buitenkant rein moge worden. | |
Matt | NlCanisi | 23:27 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars. Want gij zijt gelijk aan witgepleisterde graven, die van buiten wel mooi zijn, maar van binnen vol doodsbeenderen en allerlei vuil. | |
Matt | NlCanisi | 23:28 | Zo schijnt ook gij van buiten rechtvaardig voor het oog van de mensen, maar van binnen zijt gij vol huichelarij en ongerechtigheid. | |
Matt | NlCanisi | 23:29 | Wee u, schriftgeleerden en farizeën; gij huichelaars, die grafsteden bouwt voor de profeten, de gedenktekens der rechtvaardigen versiert, | |
Matt | NlCanisi | 23:30 | en zegt: Zo wij hadden geleefd in de dagen onzer vaderen, dan zouden wij met hen geen deel hebben gehad aan de moord der profeten. | |
Matt | NlCanisi | 23:31 | Gij getuigt dus tegen uzelf, dat gij zonen zijt van de moordenaars der profeten. | |
Matt | NlCanisi | 23:34 | Ziet, daarom zend Ik tot u profeten en wijzen en schriftgeleerden. Sommigen van hen zult gij doden en kruisigen, anderen geselen in uw synagogen, en van stad tot stad achtervolgen, | |
Matt | NlCanisi | 23:35 | opdat al het onschuldige bloed, dat op aarde is vergoten, over u moge komen: van het bloed van den rechtvaardigen Abel af, tot het bloed van Zakarias, den zoon van Barakias, dien gij gedood hebt tussen de tempel en het altaar. | |
Matt | NlCanisi | 23:37 | Jerusalem, Jerusalem, dat de profeten doodt, dat stenigt, die tot u zijn gezonden: hoe dikwijls heb Ik uw kinderen willen vergaderen, zoals een hen haar kuikens onder haar vleugels verzamelt; maar gij hebt niet gewild. | |