PROVERBS
Chapter 1
Prov | NlCanisi | 1:5 | Als een wijze ze hoort, zal hij zijn inzicht verdiepen, Een verstandig mens zal er ideeën door krijgen; | |
Prov | NlCanisi | 1:7 | Het ontzag voor Jahweh is de grondslag der wijsheid; Maar ongelovigen lachen om wijsheid en tucht. | |
Prov | NlCanisi | 1:8 | Mijn zoon, luister dus naar de wenken van uw vader, Sla niet in de wind, wat uw moeder u leerde; | |
Prov | NlCanisi | 1:11 | Als ze u zeggen: Ga met ons mee, Laat ons loeren op bloed, Laat ons zo maar onschuldigen belagen, | |
Prov | NlCanisi | 1:12 | Gelijk de onderwereld hen levend verslinden, Als zij, die ten grave dalen, geheel en al; | |
Prov | NlCanisi | 1:17 | Maar zoals het niet geeft, of het net wordt gespannen, Terwijl alle vogels het zien: | |
Prov | NlCanisi | 1:19 | Zo gaat het allen, die uit zijn op oneerlijke winst: Deze beneemt zijn bezitters het leven. | |
Prov | NlCanisi | 1:22 | Hoe lang nog, dommen, blijft gij liever onnozel, Blijven de eigenwijzen verwaand, Willen de dwazen van geen wijsheid horen? | |
Prov | NlCanisi | 1:23 | Keert u tot mijn vermaning; Dan stort ik mijn geest over u uit, En maak u mijn woorden bekend. | |
Prov | NlCanisi | 1:25 | Zo ge mijn raad geheel en al in de wind slaat, En van mijn vermaning niet wilt weten: | |
Prov | NlCanisi | 1:26 | Zal ik lachen, wanneer het u slecht gaat, Zal ik spotten, wanneer uw verschrikking komt als een onweer; | |
Prov | NlCanisi | 1:27 | Wanneer uw ongeluk nadert als een orkaan, Wanneer benauwdheid en angst u overvallen! | |
Prov | NlCanisi | 1:28 | Dan zal men mij roepen, maar zal ik niet antwoorden, Zal men mij zoeken, maar mij niet vinden! | |
Prov | NlCanisi | 1:29 | Omdat ze van wijsheid niets wilden weten, En het ontzag voor Jahweh niet hebben verkozen, | |
Prov | NlCanisi | 1:30 | Van mijn raad niets moesten hebben, En al mijn vermaan in de wind hebben geslagen: | |
Prov | NlCanisi | 1:32 | Want de onnozelen komen door hun onverschilligheid om, De dwazen storten door hun lichtzinnigheid in het verderf; | |