Site uses cookies to provide basic functionality.

OK
BARUCH
1 2 3 4 5 6
Prev Up Next
Chapter 4
Baru DutSVVA 4:1  Deze wijsheid is het boek der geboden Gods, en de wet die in eeuwigheid bestaat. Allen die haar onderhouden, is zij ten leven, maar die haar verlaten, zullen sterven.
Baru DutSVVA 4:2  Bekeer u, Jakob, en neem haar aan; wandel tot verlichting voor het licht derzelve.
Baru DutSVVA 4:3  Geef aan een ander uw heerlijkheid niet, noch hetgeen u nuttig is, aan een vreemd volk.
Baru DutSVVA 4:4  Zalig zijn wij Israël, want hetgeen God behaagt is ons kennelijk.
Baru DutSVVA 4:5  Zijt goedsmoeds mijn volk, gij gedachtenis van Israël.
Baru DutSVVA 4:6  Gij zijt de heidenen verkocht, doch niet ten verderve; en omdat gij God vertoornd hebt, zijt gij de vijanden overgegeven.
Baru DutSVVA 4:7  Want gij hebt hem die u gemaakt heeft tot toorn verwekt, als gij de duivelen hebt geofferd, en niet God.
Baru DutSVVA 4:8  Gij hebt de eeuwige God vergeten die u geteeld heeft, en gij hebt Jeruzalem bedroefd die u gevoedsterd heeft.
Baru DutSVVA 4:9  Want zij heeft gezien de toorn die van God over u komen zou, en heeft gezegd: Hoort toe, gij naburinnen Sions, want God heeft groot leed over mij gebracht.
Baru DutSVVA 4:10  Want ik heb gezien de gevangenis mijner zonen en dochteren, welke de eeuwige over hen gebracht heeft.
Baru DutSVVA 4:11  Want ik heb hen opgevoed met vreugde, maar ik heb hen heengezonden met wenen en rouw.
Baru DutSVVA 4:12  Niemand verblijde zich over mij, die een weduwe en van velen verlaten ben; ik ben tot een woestijn geworden, om de zonden mijner kinderen, overmits zij van de wet Gods zijn afgeweken;
Baru DutSVVA 4:13  En hebben zijn rechten niet gekend, en hebben niet gewandeld op de weg der geboden Gods, en zijn niet gegaan op de paden der tuchtiging in zijn gerechtigheid.
Baru DutSVVA 4:14  Komt gij naburinnen Sions, en gedenkt de gevangenis mijner zonen en dochters, die de eeuwige over hen heeft gebracht.
Baru DutSVVA 4:15  Want hij heeft over hen gebracht een volk van verre, een onbeschaamd volk, en van een andere taal.
Baru DutSVVA 4:16  Want zij hebben geen schaamte gehad voor de oude, en des kinds hebben zij zich niet ontfermd, en de eenzame hebben zij van haar dochters beroofd.
Baru DutSVVA 4:18  Doch die dit kwaad over u gebracht heeft, zal u verlossen uit de hand uwer vijanden.
Baru DutSVVA 4:19  Gaat heen, kinderen, gaat heen, doch ik ben verwoest gelaten.
Baru DutSVVA 4:20  Ik heb het kleed des vredes uitgetogen, en heb de zak mijner smeking aangedaan, ik zal tot de eeuwige roepen in mijn dagen.
Baru DutSVVA 4:21  Hebt moed, kinderen, roept tot God, en hij zal u verlossen uit het geweld, en uit de hand der vijanden.
Baru DutSVVA 4:22  Want ik heb nu van de eeuwige uw verlossing gehoopt, en mij is vreugde toegekomen van de heilige; om der barmhartigheid wil, die ulieden haastig zal komen van onze eeuwige verlosser.
Baru DutSVVA 4:23  Ik heb ulieden uitgezonden met treuren en wenen, maar God zal u mij wedergeven met blijdschap en vrolijkheid in der eeuwigheid.
Baru DutSVVA 4:24  Want gelijk nu de naburinnen van Sion uw gevangenis gezien hebben, zo zullen zij haast zien uw verlossing door onze God, die u over u komen zal, met grote heerlijkheid en glans van de eeuwige.
Baru DutSVVA 4:25  Gij kinderen, lijdt geduldig de toorn, die van God over u is gekomen, want uw vijand heeft u zeer vervolgd, maar gij zult haast zijn verderf zien, en gij zult op hun halzen treden.
Baru DutSVVA 4:26  Mijn tedere kinderen zijn door scherpe wegen heengegaan; zij zijn weggerukt als een kudde, die door de vijanden geroofd is.
Baru DutSVVA 4:27  Hebt moed, kinderen, en roept tot God, want die dit over u gebracht heeft zal uwer gedenken.
Baru DutSVVA 4:28  Want gelijk uw gedachte is geweest om van God te verdwalen, zo doet tienmaal meer naarstigheid om, bekeerd zijnde, hem te zoeken.
Baru DutSVVA 4:29  Want die dit kwaad over u gebracht heeft, zal over u brengen een eeuwige vreugde met uw verlossing.
Baru DutSVVA 4:30  Heb moed, Jeruzalem, want hij die u genoemd heeft, zal u vertroosten.
Baru DutSVVA 4:31  Onzalig zijn zij, die u het kwaad aangedaan hebben, en die zich verheugd hebben over uw val.
Baru DutSVVA 4:32  Onzalig zijn de steden, welke uw kinderen gediend hebben; onzalig de stad, die uw kinderen ontvangen heeft.
Baru DutSVVA 4:33  Want gelijk zij zich verheugd heeft over uw val, en zich vervrolijkt heeft over uw ongeval, zo zal zij zich bedroeven over haar eigen verwoesting.
Baru DutSVVA 4:34  En ik zal rondom van haar wegnemen de menigte des volks waarover zij zich verheugt, en haar roem zal in rouw veranderen.
Baru DutSVVA 4:35  Want een vuur zal over haar uitgaan van de eeuwige, vele dagen lang, en zij zal door de duivelen bewoond worden, een lange tijd.
Baru DutSVVA 4:36  Zie om u, Jeruzalem tegen de opgang, en zie de vreugde die u van God komt.
Baru DutSVVA 4:37  Zie, uw kinderen, die gij hebt uitgezonden, komen; zij komen verzameld van het oosten tot het westen door het woord des heiligen, en verheugen zich over de heerlijkheid Gods.