PROVERBS
Chapter 24
Prov | DutSVV | 24:4 | En door wetenschap worden de binnenkameren vervuld met alle kostelijk en liefelijk goed. | |
Prov | DutSVV | 24:6 | Want door wijze raadslagen zult gij voor u den krijg voeren, en in de veelheid der raadgevers is de overwinning. | |
Prov | DutSVV | 24:7 | Alle wijsheid is voor den dwaze te hoog; hij zal in de poort zijn mond niet opendoen. | |
Prov | DutSVV | 24:8 | Die denkt om kwaad te doen, dien zal men een meester van schandelijke verdichtselen noemen. | |
Prov | DutSVV | 24:11 | Red degenen, die ter dood gegrepen zijn; want zij wankelen ter doding, zo gij u onthoudt. | |
Prov | DutSVV | 24:12 | Wanneer gij zegt: Ziet, wij weten dat niet; zal Hij, Die de harten weegt, dat niet merken? En Die uwe ziel gadeslaat, zal Hij het niet weten? Want Hij zal den mens vergelden naar zijn werk. | |
Prov | DutSVV | 24:14 | Zodanig is de kennis der wijsheid voor uw ziel; als gij ze vindt, zo zal er beloning wezen, en uw verwachting zal niet afgesneden worden. | |
Prov | DutSVV | 24:15 | Loer niet, o goddeloze! op de woning des rechtvaardigen; verwoest zijn legerplaats niet. | |
Prov | DutSVV | 24:16 | Want de rechtvaardige zal zevenmaal vallen, en opstaan; maar de goddelozen zullen in het kwaad nederstruikelen. | |
Prov | DutSVV | 24:17 | Verblijd u niet als uw vijand valt; en als hij nederstruikelt, laat uw hart zich niet verheugen; | |
Prov | DutSVV | 24:18 | Opdat het de HEERE niet zie, en het kwaad zij in Zijn ogen en Hij Zijn toorn van hem afkere. | |
Prov | DutSVV | 24:20 | Want de kwade zal geen beloning hebben, de lamp der goddelozen zal uitgeblust worden. | |
Prov | DutSVV | 24:21 | Mijn zoon! vrees den HEERE en den koning; vermeng u niet met hen, die naar verandering staan; | |
Prov | DutSVV | 24:23 | Deze spreuken zijn ook van de wijzen. Het aangezicht in het gericht te kennen, is niet goed. | |
Prov | DutSVV | 24:24 | Die tot den goddeloze zegt: Gij zijt rechtvaardig; dien zullen de volken vervloeken, de natien zullen hem gram zijn. | |
Prov | DutSVV | 24:25 | Maar voor degenen, die hem bestraffen, zal liefelijkheid zijn; en de zegen des goeds zal op hem komen. | |
Prov | DutSVV | 24:27 | Beschik uw werk daarbuiten, en bereid het voor u op den akker, en bouw daarna uw huis. | |
Prov | DutSVV | 24:28 | Wees niet zonder oorzaak getuige tegen uw naaste; want zoudt gij verleiden met uw lip? | |
Prov | DutSVV | 24:29 | Zeg niet: Gelijk als hij mij gedaan heeft, zo zal ik hem doen; ik zal een ieder vergelden naar zijn werk. | |
Prov | DutSVV | 24:30 | Ik ging voorbij den akker eens luiaards, en voorbij den wijngaard van een verstandeloos mens; | |
Prov | DutSVV | 24:31 | En ziet, hij was gans opgeschoten van distelen; zijn gedaante was met netelen bedekt, en zijn stenen scheidsmuur was afgebroken. | |
Prov | DutSVV | 24:32 | Als ik dat aanschouwde, nam ik het ter harte; ik zag het, en nam onderwijzing aan; | |
Prov | DutSVV | 24:33 | Een weinig slapens, een weinig sluimerens, en weinig handvouwens, al nederliggende; | |