JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 35
Job | NlCanisi | 35:6 | Wanneer ge zondigt, wat deert het Hem; Zijn uw misdrijven talrijk, wat doet het Hem; | |
Job | NlCanisi | 35:9 | Men klaagt wel over allerhande verdrukking En jammert onder de macht der tyrannen, | |
Job | NlCanisi | 35:10 | Maar men zegt niet: Waar is God, die ons schiep, Die ons visioenen geeft in de nacht, | |
Job | NlCanisi | 35:11 | Die ons onderricht door de dieren der aarde Door de vogels in de lucht ons wijsheid leert. | |
Job | NlCanisi | 35:13 | Maar als God niet luistert naar ijdel geroep, De Almachtige er geen aandacht aan schenkt, | |
Job | NlCanisi | 35:14 | Hoeveel te minder, als ge beweert, dat ge Hem niet bespeurt, Dat ge een proces met Hem aangaat, en gij op Hem wacht; | |