JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 15
Job | NlCanisi | 15:4 | Gij breekt zowaar de godsvrucht af, En verstoort de overpeinzing voor het aanschijn van God. | |
Job | NlCanisi | 15:6 | Is het uw eigen mond, die u vonnist: niet ik, Zijn het uw eigen lippen, die tegen u getuigen. | |
Job | NlCanisi | 15:11 | Zijn soms voor ú de vertroostingen Gods te gering, Het woord, met zachtheid tot u gesproken? | |
Job | NlCanisi | 15:13 | Dat ge uw wrevel tegen God durft keren, En zulke woorden aan uw mond laat ontglippen! | |
Job | NlCanisi | 15:14 | Wat is een mens, dat hij rein zou zijn, Rechtschapen, die uit een vrouw is geboren? | |
Job | NlCanisi | 15:15 | Zie, zelfs op zijn Heiligen kan Hij niet bouwen, En de hemel is niet rein in zijn oog; | |
Job | NlCanisi | 15:16 | Hoeveel minder de mens, afschuwelijk, bedorven, Die de ongerechtigheid als water drinkt! | |
Job | NlCanisi | 15:18 | Het is hetzelfde, wat de wijzen verkonden, En wat hun vaderen hun niet hadden verborgen, | |
Job | NlCanisi | 15:19 | Aan wie alleen het land was geschonken, En bij wie nog geen vreemde was binnengedrongen | |
Job | NlCanisi | 15:20 | De goddeloze verkeert heel zijn leven in angst, De tyran al de jaren, die voor hem zijn bedongen; | |
Job | NlCanisi | 15:22 | Hij hoopt niet eens, aan de duisternis te ontsnappen, En is bestemd voor het zwaard; | |
Job | NlCanisi | 15:23 | Hij wordt als een aas voor de gieren geworpen, En weet, dat sombere dagen hem wachten. | |
Job | NlCanisi | 15:27 | Omdat hij zijn gelaat met vet heeft bedekt, En een vetlaag gelegd op zijn lenden: | |
Job | NlCanisi | 15:28 | Daarom vestigt hij zich in verwoeste steden, In onbewoonbare huizen, die tot puin zijn vervallen; | |
Job | NlCanisi | 15:30 | Zijn schaduw breidt zich niet uit op de grond, En hij ontsnapt de duisternis niet; Het vuur zal zijn loten verschroeien, De wind zijn bloesem verwaaien! | |
Job | NlCanisi | 15:31 | Laat hem niet op zijn gestalte vertrouwen, Hij komt bedrogen uit, ze is enkel schijn. | |
Job | NlCanisi | 15:33 | Hij is als de wijnstok, die zijn druiven laat vallen, En als de olijf, die zijn bloesem verliest! | |
Job | NlCanisi | 15:34 | Ja, de bent der goddelozen is onvruchtbaar, En het vuur verteert de tenten der omkoperij; | |