JOB
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
Chapter 11
Job | NlCanisi | 11:2 | Zo’n praatvaar zou onbeantwoord blijven, Zo’n held met de lippen in het gelijk gesteld; | |
Job | NlCanisi | 11:3 | Uw zwetsen zou anderen tot zwijgen brengen, Uw onzinnig gebrabbel door niemand worden beschaamd? | |
Job | NlCanisi | 11:6 | U de geheimen der Wijsheid ontvouwen, Die zo moeilijk zijn te verstaan: Dan zoudt ge erkennen, dat God van u eist, Wat uw misdaad verdient. | |
Job | NlCanisi | 11:7 | Zoudt ge de diepten Gods kunnen peilen, De alwetendheid van den Almachtige doorgronden? | |
Job | NlCanisi | 11:8 | Zij is hoger nog dan de hemelen: Wat kunt ge beginnen; Dieper nog dan de onderwereld: Wat kunt ge begrijpen; | |
Job | NlCanisi | 11:10 | Als hij iets laat passeren, het verborgen houdt, Of het ruchtbaar maakt: wie zal Hem weerhouden? | |
Job | NlCanisi | 11:11 | Want Hij doorschouwt de bedriegelijke mensen; Hij kent het kwaad, het ontgaat Hem niet! | |
Job | NlCanisi | 11:12 | Maar een leeghoofd zal dit eerst begrijpen, Als het jong van een ezel een mensenkind wordt! | |
Job | NlCanisi | 11:15 | Dan heft ge smetteloos het hoofd omhoog, Dan staat ge vast, en behoeft niet te vrezen. | |
Job | NlCanisi | 11:16 | Ja, dan zult ge de ellende vergeten, Er aan denken als aan water, dat voorbij is gestroomd; | |
Job | NlCanisi | 11:17 | Dan rijst uw leven klaarder nog dan de middag, En uw duisternis zal als de morgen zijn; | |
Job | NlCanisi | 11:18 | Dan zult ge vertrouwen, Want er is weer hoop! Dan gaat ge weer slapen onder veilige hoede, | |